>> txt anti-militairisme in weerwil van allen en alles


Uitgave van het Brochurendepot der I.A.M.V.

In dezen tijd van militairisatie alom, gaan onze gedachten

als vanzelf uit naar het zoo prachtige nieuwste boek van

(Ernst Glaeser: „De laatste man in Burger”. Want zijn

wij anti-militairisten, die onwrikbaar trouw blijven aan

onze jarenlang beleden beginselen, niet eigenlijk allen

zulke laatste mannen in burger? En bekruipt ons niet het

gevoel, dat, naarmate de oorlog nadert, dit getal laatste

mannen al kleiner wordt? En is die laatste man inGlaeser’s

boek niet symbool van ons zelf, als wij hem in burger

zien, omdat hij de vlucht heeft genomen uit een wereld,

waarin nog maar alleen de uniform als van beteekenis

wordt beschouwd? Want voelen wij ons zelf eigenlijk

niet dagelijks meer vervreemden van — en dus als vreem¬

den in een wereld van geuniformden? Kunnen ook wij nog

wel leven, anders, dan door ten minste geestelijk te vluch¬

ten uit een wereld, waarin de waanzin tot wijsheid is ver¬

heven, de slaafschheid tot heldhaftigheid en de collectieve

moord tot verdienste zijn omgezet? Kunnen wij nog anders

mensch zijn, dan door geestelijk op voet van oorlog te

leven met vrijwel alles, wat ons omringt.?

Is het niet, of wij onszelf beluisteren, als wij in boven¬

bedoeld boek uit den mond van Hans, de zoo prachtig

geteekende hoofdfiguur, de hartekreet hooren opstijgen:

„Ik geloof dat ik ziek ben — ik kan niet meer haten,”

Want gelijken wij. die de liefde toch nog altijd boven de

haat stellen, niet op zieken, in deze wereld, waarin fana¬

tisme, bloeddorst, moordzucht, haat en verbittering de op

den troon geplaatste leidmotieven der menschen zijn?

Bedoeld boek van Glaeser en zijn reeds jaren geleden

verschenen: „Gewas 1902″ hebben ons anti-militairisten

veel te zeggen. Zij zijn voor ons verklaring en waarschuwing

tegelijk. Zij maken ons begrijpelijk, waarom alles is, zooals

het is. „Gewas 1902’ schetst ons de jeugd in de fase

der puberteit, waar doorhen de oorlog slaat. Het fas¬

cisme 1937 wordt er begrijpelijk door. Het fascisme is

een niet alleen noodlottige, maar óók noodzakelijke uit¬

komst van den oorlog van ’14.

De vreeselijke geweldsfase, het vier jaar durende moord-

festijn, de afgrijselijke bloedroes met z’n absolute ont¬

kenning van de waarde van het menschelijk leven, de

grondige vernietiging van alle zedelijke waarden, hebben

een jeugd juist in de meest gevoelige periode van haar

3

leven wel zóó diep getroffen, dat zij psychologisch voor

het fascisme was voorbeschikt.

Zoo gezien, treft onzen huidigen fascisten de kleinste

schuld. De grootste moet worden geschoven op rekening

van de „democraten”, die in 1914 den oorlog hebben

aanvaard. Zij hebben daardoor opgeroepen al de ver¬

schrikkingen, waardoor wij thans geslagen worden: fas¬

cisme, reactie, honger, pauperisme, werkloosheid, drei¬

genden nieuwen oorlog.

Wie dit in historische volgorde aldus ziet, zal er dan

ook op bedacht zijn weg te komen uit de cirkelgang, die

ons bedreigt: Oorlog en daaruit fascisme, daar tegen dan

weer oorlog, daar uit dan weer fascisme….

Wie begrijpt, dat het fascisme van thans het product is

van den misdaad van 1914, waardoor toentertijd de jeugd

werd vernield, die zal zich wel wachten dit proces opnieuw

in gang te zetten! Maken wij op onze beurt niet wederom

geschiedenis? Leeft niet te midden van ons wederom een

jeugd? En zullen wij door deze waarachtig toch al

genoegzaam geschonden jeugd den oorlog laten slaan

om.het fascisme te verslaan!

Is het met een weinig nadenken niet duidelijk, dat wij,

als w’e nu niet eindelijk alle militairisme en oorlog te

boven komen, niets anders zijn, dan de verwekkers van

weer nieuw fascisme, te midden waarvan dan onze kin¬

deren gedoemd zullen zijn te leven, die op hun beurt

daartegen dan weer oorlog zullen kunnen voeren.

Enz. enz.

Het is toch duidelijk genoeg, dat alle ons thans be¬

dreigende rampen het gevolg zijn van den oorlog van 1914.

Geen enkele moeilijkheid, waaruit op dit oogenblik oorlog

dreigt te ontstaan, of de wortels ervan zijn geschoten

in de periode 1914 — 1918. Aan stellig geen enkel l^nd

is dit duidelijker bewijsbaar, dan aan Duitschland.

Wie maar eenigermate op de hoogte is van de politiek

internationaal weet, dat in Duitschland het groote oorlogs¬

gevaar zich kristalliseert rond het „koloniale vraagstuk”.

Duitschland eischt koloniën. Duitschland heeft geen kolo¬

niën. Waardoor heeft Duitschland geen koloniën? Omdat

de overwinnaars van den vorigen oorlog aan Duitschland

z’n koloniën hebben ontnomen.

Slechts een kleine beschouwing, waaruit twee enormi¬

teiten opkomen! -We hebben een oorlog van vier volle

jaren gevoerd om dat land de koloniën te ontnemen,

die straks_ weer teruggegeven moeten worden, öf er

wordt daartoe door Duitschland opnieuw oorlog gevoerd!!

Wie zich nog maar alleen dit ééne feit realiseert, voelt

den ontzaglijken waanzin en misdaad van den vorigen

oorlog in al zijn gewicht! Die oorlog heeft wezenlijk

niet anders gedaan dan het fundament gelegd voor den

oorlog, die straks weer komt tenzij nog op het aller¬

laatste oogenblik de menschheid zich bezint, waarop overi¬

gens al héél weinig kans bestaat….

Is het duidelijk of niet, dat de eenigsten, die door de

geschiedenis in hun opvattingen zijn bevestigd, de anti-

militairistcn zijn?? Zooals ook alléén zij, die in 1Q14 den

oorlog hebben afgewezen, schuldvrij staan tegenover de

vreeselijke ontreddering van onzen tijd.

Maar, duidelijk of niet de geschiedenis dreigt zich

te herhalen. Want als we de groote menigte mogen ge-

looven, staat er deze keer iets op het spel, zóó geweldig,

dat daaraan best een tweede wereldoorlog kan worden

gewaagd! Dat geweldige is…. de democratie, welke

tegenover het fascisme moet worden beschermd.

Wij anti-militairisten moeten er dan in de eerste plaats

op wijzen, dat een dusdanige verdediging op groote schaal

reeds heeft plaats gevonden! In 1914 immers was dat de

leuze, waaronder de oorlog werd gevoerd. De democratie

werd beschermd tegenover het Duitsche militairisme. En

als er ooit een oorlog is gevoerd, welke volledig het

gestelde doel heeft bereikt, dan is het zeker wel die van

1914! De verdediging van de democratie beteekende, dat

het Duitsche militairisme moest worden verpletterd. Welnu

— dat is geschied. De verplettering van Duitschland was

resoluut. De overwinnende democratieën wenschten zich

ook voor de toekomst veilig te stellen en dwongen daartoe

Duitschland tot een grondige ontwapening. Een internatio¬

nale commissie, gezeteld in Duitschland, hield hierop toe¬

zicht en verliet dit land in 1927, na te hebben vastgesteld,

dat alle eischen van de overwinnaars grondig waren uit¬

gevoerd. Duitschland was overwonnen, verpletterd, ont¬

wapend. De democratie had gezegevierd!

En thans na 10 luttele jaren moet die democratie al

weer worden verdedigd. Tegenover hetzelfde Duitschland!!

Dat uit de asch van zijn nederlaag is herrezen, om opnieuw

de wereld verbaasd en bevreesd te doen staan.

Dit proces leert ons onwrikbaar deze waarheid: men

kan met het eene militaire apparaat wel het andere appa¬

raat vernietigen, maar geenszins den militairen geest!! De

militairistische gezindheid is niet van buiten af door een

tegenstander te vernietigen, doch kan slechts door op-

5

voeding en zelfopvoeding door ieder volk zelf van binnen

uit worden overwonnen!

Aan dit laatste was het Duitsche volk — zoo min als

eenig ander — niet toegekomen. Ik zou kunnen zeggen:

ook niet na den oorlog, maar ik moet zeggen: juist niet

dóór den oorlog! Want het noodlot immers van iederen

oorlog is, dat het ’t militair élan steeds versterkt.

Het eenigste, wat de oorlog van 1914 bereikte, was dit,

dat aan een volk, waarin juist door den oorlog de militaire

gezindheid heviger was dan ooit, zijn militaire APPARAAT

werd ontnomen. Waaruit dus een des te heviger begeerte

opkwam, weer in het bezit te komen van zulk een apparaat,

om daarlangs zijn gezindheid uit te leven! In politieke

termen overgezet beteekent het, dat juist de nederlaag

het fascisme wekte. Om aldus nög eens te bewijzen, dat het

militairisme niet door militairisme te overwinnen valt, maar

wel militairisme al heviger militairisme wekt!

Als wij dan ook op dit oogenblik de geheele democra¬

tische wereld doende zien om te pogen Duitschland nog

eens te vernietigen, dan vragen wij alleen heel rustig

wat men zich dan wel voorstelt, dat het resultaat van

deze tweede verplettering zal zijn?!

Wij voor ons zijn er zeker op dit oogenblik meer dan

ooit van overtuigd, dat de overwinning op het militairisme

niet door oorlog, maar slechts door opvoeding zal kunnen

geschieden, niet, door het eene militaire apparaat het

andere te laten stukslaan, maar door de langzame, gesta¬

dige groei van de anti-militairistische gezindheid bij alle

menschen en alle volkeren.

Want niet alleen het Duitsche militairisme moet als

gevaarlijk worden overwonnen, maar dat over heel de-

wereld! En dit juist brengt ons tot de tweede opmerking,

die wij willen maken naar aanleiding van den oorlog, die

dan dezen keer tegen het fascisme zou moeten worden

gevoerd.

Naar onze opvatting bestaat er geen wezenlijk verschil

tusschen democratie en fascisme! Maar slechts een van

gradueelen aard. En dit geringe gradueele verschil wordt

juist door den oorlog onmiddellijk opgeheven! Ja, op dit

oogenblik wordt zelfs dit gradueele verschil steeds kleiner,

nu de democratieën zich ook ten oorlog voorbereiden.

Het fascisme zegt „men”, kenmerkt zich door zijn hevig

militairisme, door..alles in te stellen op den oorlog. Best.

Maar als ik dan lees, dat in Engeland in Wil maar eventjes

45 nieuwe ammunitiefabrieken worden gebouwd en de

geheele industrie zal worden gemobiliseerd, kenmerkt zich

6

die democratie dan door iets anders… En ais in Nederland

ook niets wordt verwaarloosd, om het militairisme op peil

te brengen, het apparaat te pcrfectioneeren, de dienstplicht

wordt verlengd evenals de vonnissen der dienstweigeraars,

de kosten van dit alles van 118 millioen gulden in twee

jaar stijgt tot 150 millioen, terwijl, om maar iets te

noemen de bevolking van de geheele provincie Drente

langzaam maar zeker wegteert, kenmerkt zich zoo’n demo¬

cratie dan door iets anders dan het fascisme?!

Misschien is er in velerlei opzicht in de fascistische

staten zelfs meer „eerlijkheid”_ In Duitschland wordt

doodgewoon gezegd: eerst kanonnen, dan boter! Maai

hier komen honderdduizenden zelfs niet meer toe aan de

goedkoopste margarine en leest een heel proletariaat z’n

pauper-menu dagelijks in zijn roode krant! „Wat eten we

vandaag?” Waarbij moet worden opgemerkt, dat in de

voeding b.v. 10 personen tot ongeveer 6 worden terug¬

gebracht, omdat in dit democratische land anders het

proletenmenu nóg te kostbaar zou worden te midden van

de 150000 000, die aan moord worden besteed. Gaan de

kanonnen hier niet vóór…. de margarine??

Ik ben waarlijk geen vriend van fascisme, maar ik moet

toch steeds’ met zeer groote moeite mijn verontwaardiging

bedwingen, wanneer ik de democratie hoor bezingen!

Wanneer b.v. Jan Plijzier in een radio-rede ijskoud ver¬

klaart: „Het is geen frase, als ik zeg, dat wij hier leven

in een vrij land.”

Neen — wanneer wij anti-militairisten de sociale ver¬

houdingen bezien, dan willen wij gaarne openlijk verklaren,

dat deze zoo weerzinwekkend vreeselijk zijn, dat wij zelfs

geen druppel zweet willen offeren voor zulk een demo¬

cratie ….

Het behoort dan ook tot onze anti-militairistische taak

om de moderne proletarische waanzin te keer te gaan,

welke zich aandient onder de naam van „anti-fascisme”

Democratie en fascisme zijn beiden één en hetzelfde

kapitalisme. Of dit kapitalisme democratisch dan wel fas¬

cistisch is, wordt bepaald door plaats, tijd en omstandig¬

heden. Meestal is het kapitalisme beide tegelijk — al direct,

wanneer dit kapitalisme koloniën heeft! Zooals ook het

Nederlandsche.

De „inlander” verdient dan 21/2 cent P er dag, lijdt

honger in het rijkste, vruchtbaarste land van de wereld

(Java) en ontvangt zijn behoorlijke portie rotlanslagen.

Alles overbekend. De parasieten van de arbeiders, die hun

Jantje-Plijzieren-plaats hebben gevonden, likken dan aan

de democratie- En ik wil met genoegen openlijk ver¬

klaren, dat als het fascisme deze opruimt, het een nood¬

zakelijke taak vervult. Helaas doet het veel méér. Daarom

juist zou het goed zijn, dat de arbeiders deze taak eens

verrichten — maar helaas zijn die er blijkbaar voorloopig

te dom voor….

Principieel dient te worden vastgesteld, dat alle kolo-

niseerende landen hun gekleurde volken eeuwen lang

hebben be- en mishandeld op dezelfde wijze, als dat

thans in Europa gebeurt in die landen, waar het „fascisme’’

bestaat. Het beteekent, dat alle koloniseerende kapita-

lismen in de koloniën steeds fascistisch waren.

De vraag of en wanneer het kapitalisme in Europa

zelf fascistisch is, wordt vooral bepaald door het feit, of

het kapitalisme koloniën heeft, of het grondstoffen bezit

voor de nationale industrie, of er afzetgebieden zijn voor

zoowel menschen als producten.

Heeft het dit niet, dan zal er dus een sterke begeerte

naar zijn en zal het zich gereed maken, om dit zoo noodig

en mogelijk militair te veroveren. Dit is het proces, dat

ons thans Duitschland, Italië en Japan heel sterk te aan¬

schouwen geven. Zulke landen noemen we dan economisch

„hongerigen”. Het militaire streven van deze landen komt

dus op uit hun economische positie. Omdat zij economisch

hongerig zijn, zijn ze aanvallend van aard. D.w.z. ze staan

i aan den aanvang van een proces, dat zich elders reeds

heeft voltrokken — bij de zgn. „verzadigden”.

Dit zijn de landen, die door oorlog, moord, roof, dief¬

stal wèl koloniën, afzetgebieden en grondstoffen bezitten.

Dit alles is dus door „fascisme” verkregen en eenmaal

in ’t bezit ervan, wordt niets anders begeerd, dan in rust»

de buit te verteren. Deze soort landen — Engeland, Frank¬

rijk, Nederland — zijn nu „democratisch”, niet-oorlogs-

zuchtig, omdat zij bij oorlog slechts kunnen verliezen.

Hier heeft men in groote lijn het heele „verschil” tus-

schen democratie en fascisme. Een en hetzelfde kapitalisme,

dat of hongerig is en daarom oorlogszuchtig, of verzadigd

en daarom vredesgezind! Dat alles wil dus zeggen: er is

geen verschil!

Om het met een grof voorbeeld maar eens duidelijk

te maken: als in een oorlog Engeland eens al zijn bezit¬

tingen verloor, zou het zich omzetten tot een fel-fascistisch

land. En omgekeerd: als in een oorlog Duitschland zich

„verzadigd” gapt, treedt het in de rij der oer-fatsoenlijke

democratische volken. –

Wie deze, onze beschouwing begrijpt, is het ook duide-

lijk, waarom wij anti-militairistcn óók den oorlog tegen

het fascisme verwerpen. Ook zulk een oorlog immers is

er een tusschen hongerige en verzadigde kapitalismen!

En wij, die socialisten zijn, willen evenmin vóór de

verzadigden als tégen de hongcrigen vechten. Wij hebben

behoefte aan den ondergang van beiden.

Helaas begrijpen de arbeiders van dit alles vrijwel niets.

Vandaar de steeds groeiende oorlogsbereidheid bij de ar¬

beiders in de democratische landen – als het maar tegen

het fascisme is! Maar waar is het dan eigenlijk vóór….?

Is het niet duidelijk, dat op deze wijze het proletariaat

alleen maar vecht ten gunste van de bevoorrechte positie,

welke de eigen nationale bourgeoisie heeft ten opzichte

van die andere? En is het niet even duidelijk, dat die

bevoorrechte bourgeoisie héél ijverig de „anti-fascistische

gezindheid” bij de arbeiders zal levend houden! Spreekt

Colijn hier te lande ook al niet over zijn liefde voor de

democratie!! Natuurlijk. De pro-democratische anti-fas¬

cistische gezindheid behoeven de verzadigden immers, als

straks de hongerigen hen bedreigen. Dan moeten immers

de arbeiders, evenals in 1914, wéér voor de belangen

van de bezittende klasse in ’t vuur. Dan is er toch weer

een „leuze” noodig, op grond waarvan de arbeiders met

groot enthousiasme zullen opmareheeren.

Welnu — die klasse der bezitters treft het uitstekend,

dat er sedert 1933 een soort van waanzin door de arbeiders

slaat! Het kapitalisme kan de dingen rustig afwachten,

als het deze geest maar levend houdt, aanwakkert, voedsel

geeft. Wat het niet nalaat!!

Zoo staan wij voor een afschuwelijk treurspel. De

arbeiders staan op weer precies hetzelfde punt als in 1914.

Het eenheidsfront, dat is de Godsvrede met de bourgeoisie,

is overal een feit. De ontwapening, of wat er voor door¬

ging, is door alle arbeiders prijsgegeven. De Internationale

heeft ‘afgedaan en in Nederland is nu bij de „socialisten”

meer het Wilhelmus in trek. Verder lijden we in Nederland

hevig aan het Benno-isme, het Oranjehuis wordt afgelikt

en om niet door de anderen op de knieën te worden ge¬

slagen, gaan de arbeiders eigener beweging op hun….

buik. En aldus „handhaven” ze zich-

Juist omdat wij er ons sterk van bewust zijn, dat de

komende oorlog zal worden gevoerd onder de leuze

democratie dictatuur, kan onzerzijds met niet genoegzaam

energie er op gewezen worden, dat er een ontzaglijke

9

denkfout wordt gemaakt, wanneer de begrippen anti-fas-

cisme en anti-militairisme identisch worden geacht!

Uit het voorafgaande is reeds overduidelijk gebleken,

dat er een zeer verdacht — en ook zeer gevaarlijk — soort

„anti-fascisme” bestaat en nog steeds groeit. Dit antifas¬

cisme nl., dat steeds grooter oorlogsbereidheid vertoont

en dat – in Frankrijk b.v. — haast schreeuwt om oorlog!

Zulk een anti-fascisme ligt ons verre! Niet alleen, dat wij

daarmee als anti-militairisten niets van doen willen hebben,

maar sterker, wij zullen nimmer vergeten, deze zeer ge¬

vaarlijke gezindheid uit alle kracht te bestrijden! Zéker,

nu wij rond Spanje b.v. moeten vaststellen, dat zelfs

syndicalisten en anarchisten aan die moderne waanzin ten

offer vallen.

Een werkelijk zuiver anti-fascisme is vóór alles anti-

militairisme, zooals omgekeerd alle militairisme zuiver

fascisme is!!

Het anti-fascisme echter, waaraan zoo de paar laatste

jaren jan-en-alleman zich bezondigt, is uiterst gevaarlijk,

wijl het op het moment van het uitbreken van den oorlog

de psychologische motor zal blijken te zijn, waarmee de

zatgevreten kapitalisten in de democratische landen de

arbeiders in ’t vuur zullen jagen tegen ‘de door het

fascisme verleugende arbeiders in dienst van Hongerige

concurrenten!!

Vandaar, dat de „democratische kapitalisten” niets na¬

laten, de anti-fascistische gezindheid bij hun arbeiders aan

te wakkeren. Dat behoort welhaast tót het allervoornaamste

van de psychologische oorlogsvoorbereiding!

Als merkwaardig voorbeeld hiervan hebben wij te zien

het zgn. Internationale Anti-Oorlogscongres te Brussel,-

gehouden in September 1936. Eén van de organisatoren

en ook de voorzitter was_ de minister van de Fransche

oorlogsluchtvloot Pierre Cot!!!, die ’s Zondags het congres

toesprak en ’s Maandags in de ministerraad het voorstel

deed. om 10 MlLLlARD franc te besteden aan fortificatiën

en nieuw geschut. „Anti-oorlogs_”

Dit beruchte congres had een aantal punten als voor¬

waarde tot deelneming gesteld, waardoor bij voorbaat vast¬

stond, dat de fascistische staten niet aanwezig zouden zijn.

Wat ook de bedoeling was! Die punten waren o.a.: hand¬

having van de na den oorlog gesloten verdragen en hand¬

having van den Volkenbond. Waarbij men moet bedenken,

dat wij juist leven in een tijd, waarin de fascistische staten

heel logisch overigens — alle verdragen als scheurpapier

beschouwen en den Volkenbond den dood toewenschen!

10

Maar psychologisch „deed” het congres liet toen natuur¬

lijk! Alleen de democratische volkeren waren aanwezig en

dus moest bij deze stakkers daaruit wel de inbeelding nog

versterkt worden, dat „fascisme oorlogsvoorbereiding” bc-

teekent!

De groote financier van het congres was_ de Frnnschc

oorlogsindustrie!!!

Zoo exploiteeren de verzadigden, die zich straks tegen

de hongerigen moeten verzetten, de anti-fascistisehe gezind¬

heid der massa — welke er natuurlijk invliegt als altijd!

Het is vooi de verzadigden, dat zijn de democratische

kapitalisten, ook al heel gemakkelijk om dit spel te voeren.

Zij hebben immers den tijd en de gebeurtenissen méé

Daar is b.v. al direct de oorlog van Italië tegen Abessinië

in 1935—’36. Voor de groote menigte welke nu eenmaal

over een klein verstand beschikt — was deze strijd natuur¬

lijk het „bewijs”, dat fascisme oorlog is_

Voor ons bewees de actie van Italië alléén, dat kapita¬

lisme oorlog is. Wat Italië deed, was immers alleen dat,

wat alle koloniën bezittende kapitalismen altijd hadden

gedaan. Het was slechts de voortzetting van een eeuwen¬

lange politiek, die men voor den oorlog van 1914 gewoon-

lijk aanduidde met de naam van Imperialisme. Maar tegen¬

woordig schuift men alles op rekening van het „fascisme”,

ook al heeft het er eigenlijk niets mee te maken.

Want hoe zijn Engeland, Frankrijk, Spanje, België en

Nederland aan hun koloniën gekomen? Op andere wijze,

dan waarop Italië Abessinië verkreeg?? Neen immers. En

toch bestond toen het heele fascisme nog niet. Een en

ander doet toch duidelijk zien, dat de begrippen fascisme

en kapitalisme eens duidelijk op hun juiste waarde moeten

worden beoordeeld. Voor ons is kapitalisme oorlog, on¬

geacht, of dit een democratische dan wel een fascistische

vorm aanneemt.

Zoo is er rond deze begrippen vrijwel niets dan ver¬

warring bij de arbeiders, waarvan de bezittende klasse

handig profiteert. Want als alle terreur, roof, moord en

oorlog nu door de arbeiders maar worden aangezien voor

wandaden van het fascisme, dan is het een klein kunstje

die arbeiders in den oorlog te drijven — er behoeft dan

slechts te worden gezorgd voor het etiket „anti-fascistisch”.

Vooral nu de oorlog in Spanje woedt, wordt dit nood¬

lottige proces nog weer eens versterkt. De Mooren aan de

fronten, bommen op Madrid, zijn telkens weer evenzoovele

„bewijzen” voor de menigte, hoe misdadig het fascisme is.

Ons zegt dit alles alleen maar weer, hoe misdadig het

11

kapitalisme is. En wij bedanken er voor, ons tegen één

vleugel van het kapitalisme te laten opruien — de fascistische

ten bate van die andere vleugel — de democratische!

Wanneer men zich niet door blind fanatisme laat leiden,

maar door het helder licht van de rede, zal men ook

spoedig bemerken, dat geen enkele wandaad door fascisten

bedreven wordt, welke niet al duizend maal door demo¬

craten is voorgedaan!

Nemen we slechts de proef op de som, door de gebeur¬

tenissen in Spanje te bezien.

Het is van algemeene bekendheid, dat Duitschland achter

Franco staat. „Dat is nu het fascisme” zegt „men”. „Dat is

nu het kapitalisme” zeggen wij, en dan hebben wij gelijk.

Men denke slechts aan de gebeurtenissen in Rusland in

de jaren 1017—1920. Rusland was in volle revolutie.

De arbeiders rekenden af met hun regeering en heel het

oude systeem. Fascisme was toen nog onbekend, maar

de interventie niet! En wie intervenieerden? Dezelfde

democratieën, die thans met hun schijnheilige tronies hun

veto uitspreken over de houding van Duitschland! Rond

Rusland werd getrokken het bekende „Cordon des Doods ”

— de generaals Koltsjak, Peltjoera en Denikin opereerden

tegen de revolutionaire arbeiders. En wie hadden deze

generaals uitgezonden? Frankrijk en Engeland.

Deze landen waren nu de Democratie! welke de ar¬

beiders door vier jaar oorlog aan de overwinning hadden

geholpen!!

Men ziet — één oogenblik rustig denken en het fascis¬

tische Duitschland en het democratische Engeland en

Frankrijk blijken één en hetzelfde te zijn.

Dat Franco in Spanje met Mooren werkt, is natuurlijk

weer een wandaad van het fascisme. Volgens „men”.

Maar de anti-militairist weet natuurlijk te goed, dat vier

oorlogsjaren lang de democratische landen aan het Weste¬

lijk front met kleurlingen hebben geopereerd en dat deze

zelfden tot in 1928 met grootendeels kleurlingen de Duit-

sche Roer hebben bezet gehouden.

Daarom alweer zien wij het gebruik maken van Mooren

niet als Fascisme of Franco-isme, maar als militairisrne.

Precies deze zelfde redeneering geldt voor de bombar¬

dementen van Madrid. Wanneer daarbij op de afgrijselijkste

wijze vrouwen en kinderen worden uiteengescheurd, heeft

het fascisme het weer gedaan….

Toch is dit volkomen onjuist!

Ieder weet uit de nu jarenlange oorlogsvoorbereiding,

dat alle militair deskundigen steeds hebben betoogd, dat

12

de komende moderne oorlog er een zal zijn, die vanuit

de lucht wordt gevoerd en zich richt tegen het achterland,

op de steden met hun burgerbevolking.

Het eenigste, wat Franco kan worden verweten, is dit,

dat hem het lot heeft getroffen, een proces in gang te

zetten, dat s/raks algemeen zal zijn en waarop vandaag

den dag allen zich voorbereiden! Ons god-zalig demo¬

cratisch land niet uitgezonderd. Ook Nederland heeft zijn

gasschool en zijn gasofficieren. En allen, die op dit oogen-

blik hun kelen schor schreeuwen over de afschuwelijkheden

van Franco boven Madrid, schreeuwen zich eigenlijk uit

tegen de afschuwelijkheden, die zij zelf straks zullen

volvoeren.

Elk land heeft zijn luchtvloot, elk land heeft zijn gas.

elk land is er op ingesteld, op de steden en dorpen van

den tegenstander, op vrouwen en kinderen, zieken en

grijsaards gas- en brandbommen te werpen.

het is volkomen juist, dat Italië in Afrika met mosterd¬

gas heeft gewerkt, maar het is niet minder juist, dat dit

slechts het voorspel was van het algemeene van straks.

Omdat dit alles onweersprekelijk juist is, zien wij de

mosterdgas-aanvallen door Italië en den vrouwen- en kin-

derenmoord vanuit de lucht boven Madrid niet als fascisme,

maar als de bitter-logisch-noodzakelijke consequenties van

het militairisme!

En als anti-militairisteen verklaren wij, dat allen, bij wie

het anti-fascisme zich dom genoeg automatisch omzet tot

oorlogsbereidheid, gerustelijk kunnen zwijgen over de wan¬

daden van het fascisme, omdat ze, door zich op den oorlog

voor te bereidden, principieel op precies hetzelfde zijn

ingesteld!

Frankrijk b.v. heeft eenige duizenden oorlogsvliegma-

chines — zij staan dag in dag uit startklaar. Als straks

de oorlog uitbreekt, stijgen deze machines dan soms op,

om maar alléén militair versterkte punten te bombardeeren

(wat al erg genoeg is!) of zullen ze zich onmiddellijk

keeren tegen de groote steden in Duitschland?! Ook dit

laatste, natuurlijk. Daarop zijn toch ook internationaal de

zgn. luchtbeschermingsoefeningen ingesteld!!

Wat laat men zich dan toch opruien tegen het fascisme,

waarom brengt men zichzelf en anderen in een oorlogsroes

tegen dat fascisme, om dan straks allen precies hetzelfde

te doen! Waarom zegt men, dat deze laffe sluipmoorden

vanuit de lucht iets zouden zijn speciaal van Franco en

het fascisme — terwijl deze toch specifiek Ml UT A/R/S-

TISCH zijn!!!!

13

Is dit misschien een poging van de anti-fascisten om

zichzelf te „dekken”-Want immers hebben zij aan dat

militairisme allen deel! Worden er zelfs steeds méér

bezeten van.

Beperken we ons in dit verband slechts tot Nederland.

Kort geleden hebben wij kunnen lezen, hoe ons „demo¬

cratisch” vliegkamp te Soesterberg 65 nieuwe vliegtuigen

zal krijgen. Ze worden in dit land gebouwd door ar¬

beiders zonder eenig verantwoordelijkheidsgevoel, zonder

karakter, zonder moed…. Zullen deze 65 machines straks

soms niet gas-, brand- en andere bommen neerdonderen

op steden, waarin vrouwen en kinderen?!

Maar de proleten, die dit schunnige werk voorbereiden,

door hun arbeid in de moord-industrie zijn natuurlijk

ook_anti-fascisten, brullen over en tegen Franco, stem¬

men rood en zijn voor het „Plan”- Alsof ze niet eens

beter het „plan’ konden opvatten, zich te scharen in de

rijen van de „mannen in burger”.

En dezelfden, die aldus, over heel de wereld, het

militairisme dragen, door hun arbeid, en dus het fascisme

— wijl militairisme zelf fascisme is — hopen dan ook

nog tegelijkertijd, dat de arbeiders in Spanje_ het

fascisme zullen overwinnen!! En als ze die hoop hardop

uitrazen, worden ze ook nog aangezien voor echte volks¬

vrienden! Onderwijl degenen, die door jarenlang vol¬

gehouden, bijna boven-menschelijke offers, „mannen in

burger” bleven — honger en armoede trotseerende —

worden uitgescholden voor fascisten, zieken en psycho-

pathenü! Want de geest van het fascisme — zich uitende

in bruutheid en verwildering, heeft reeds zoozeer terrein

gewonnen, dat eindelijk ook syndicalisten en anarchisten

er door worden aangetast….

Wij anti-militairisten zullen ook — ja juist in dezen

tijd niet beneden onzen geestelijken stand gaan leven. Ën

dus trouw blijven aan ons beginsel.

Het front van anti-oorlogsmenschen smelt weg, als

sneeuw voor de zon. Het bestond, toen in een nieuwen

tweeden wereldoorlog nog niet werd geloofd. Nu steeds

meerderen dezen oorlog gaan weten, schrompelen pacifisme

en anti-militairisme — of wat er voor door ging — ineen.

En vallen de massa’s terug op de natie, het vaderland, de

Staat en het militaire apparaat. Angst beheerscht weer de

volkeren en de individuen. Angst, waaruit geschreeuw om

geweld ontstaat. Als om te demonstreeren, hoe werkelijk

pathologisch de heele menschheid is. Want dit schreeuwen

om geweld, de al luider klinkende roep om wapens is

14

echt infantilistisch — d.w.z. is eigen aan de kinderlijke

sfeer! Begint ook niet een kind, dat alleen in donker loopt

en daardoor angstig is…. heel hard te fluiten!!

Angst en geweld gaan altijd hand in hand — het zijn de

symbolen van den taffen en den zwakken mensch. Want

angst komt altijd op uit innerlijke onzekerheid. Daarvan

is het beeld, dat de wereld ons thans te aanschouwen

geeft — psychologisch gedacht — logisch en dus begrijpe

lijk. Want leeft niet heel de menschheid op de basis der

onzekerheid? Is er niet een volkomen gebrek aan innerlijke

rust? En is het dus niet vanzelfsprekend, dat de roep om

wapens, om strijd, om bloed, daaruit opkomt? Vechtende,

rumoerende, probeert de mensch zich van zijn gevoel vai:

zwakte, angst en lafheid te bevrijden! Den psychologisch

georiënteerde is dit proces maar al te goed bekend!

Tegenover dit alles staan „de laatste mannen in burger”,

die zich niet gewonnen geven. Die dit ook niet behoeven

te doen. Omdat ze al strijdende — vooral naar binnen!

tot klare bezinning en diep gefundeerde innerlijke kalmte

zijn gekomen. Zij behoeven geen wapens meer. Omdat ze

geen kinderen meer zijn en het „fluiten in het donker” te

boven zijn gekomen. Zij zijn ook geestelijk volwassen en

durven daarom zwijgend in het donker te zien.

De anthmilitairist zou ook niet meer weten, wat hij

met het wapen moest doen. Het fascisme bestrijden? de

groote begeerte van den tijd — met het wapen van ijzer,

staal, de brandbom of het gas? Het wapen, dat juist zèlt

het wezenlijke van het fascisme is!

Neen — hoe belachelijk, ziek, ouderwetsch of psyclio-

patisch het misschien ook moge klinken, de anti-militairist

gelooft slechts in het wapen van den geest — zooals hij

wéét, dat het geloof in het wapen zal moeten worden

overwonnen.

Want juist het georganiseerde geweld van het militai-

risme weet hij als de grootste ziekte van dezen tijd. Zooals

hij óók weet, dat deze gruwel nimmer zal kunnen zijn een

wapen ter bevrijding in dienst van hen, die het ideale be¬

streven. Omdat het militairisme allen aanvreet, allen ver¬

nielt, met dezelfde kracht — overwinnaars en overwon¬

nenen. Omdat elke militaire overwinning door altijd weer

heviger militaire kracht zal moeten worden „veilig gesteld”

— hetgeen bij de tegenpartij altijd maar weer alleen ook

militaire reactie verwekt. En zoo — zonder einde

Het militairisme zélf is het kwaad!

En deze verwoestende gezindheid te overwinnen, is de

groote opgave van dezen tijd. Het is de allergrootste

15

Cultuurtaak, waarvoor de menschheid zich ooit zag gesteld.

Wij, anti-militairisten, willen ons leven tot waarde maken,

door waarde toe te kennen aan het leven. Door in diepe

eerbied te buigen voor dat eeuwig schoone en altijd on¬

doorgrondelijke mysterie, waaraan we zelf deel hebben en

dat toch tegelijk méér is dan ons zelf alleen.

Dit is ons geloof — onze religie, als ge wilt — dat in

ons reeds zóó sterk leeft, dat het ons leven heeft gesterkt.

En over de wereld moge dan woeden de geest der

gewelddadigheid, de bloedroes moge voortgolven en hoog

opslaan, hartstochten razen, dat alles — ja, juist dat alles

zal ons sterken in onze overtuiging, dat de menschheid op

weg is naar den ondergang, wanneer dat proces, in alle

hevigheid in 1914 gewekt, niet tot staan wordt gebracht.

Niets en niemand zal ons wegslaan van onze ankers,

welke die zijn van rust en zekerheid in ons.

En wij spreken het uit, dat wij slechts gelooven, dat de

wereld uiteindelijk zal worden gered door „de mannen in

burger”, die, met hun wapen van den geest, toch, ééns,

alle mannen in uniform zullen slaan….

Terwijl wij met diepe dankbaarheid zijn vervuld jegens

het Leven zélf, dat zijn diep-geheimzinnige kracht open¬

baart door, dwars door alle waanzin, verwildering en

misdaad heen, ons toch nog doet zijn. DE EERSTE

MANNEN IN BURGER — die leven en worstelen om

Waarheid en Licht!

Non Possumus ….

Ook WIJ kunnen niet anders ….

JO DE HAAS.

GEACHTE LEZERS,

Wanneer u na lezing van deze brochure van meening

bent, dat ’t zeer belangrijk zou zijn, om deze onder ’t

bereik van zoovee). mogelijk menschen te brengen, helpt

ons dan bij dit werk en bestelt onverwijld een aantal.

DE DEPOTHOUDER.

16

DE WAPENS NEDER

Maandorgaan der I.A.M.V.

*

Abonnementprijs f 0.85 per jaar met inbegrip van

EXTRA KERSTNUMMER

Administratie: CHR. D. HAK – Ie Dijkstraat 20

Dordrecht – Girono. 31762

*

„De Wapens Neder” is het anti militaristische orgaan, dat sinds 1904

strijd voert tegen iedere oorlog en oorlogsvoorbereiding. — Het houdt

U op de hoogte van het oorlogsgevaar en de ontwikkeling van het

militarisme, en wekt U op tot onverzoenlijke strijd tegen alles wat naar

oorlog kan voeren

BEVRIJDING

MAANDBLAD GEWIJD AAN

DE VERNIEUWING VAN

HET SOCIALISME

ONDER REDACTIE VAN: A. STORM, B. DE LIGT EN

L. M. MISPELBLOM BEIJER-v. d. BERGH v. EYSINGA

ABONNEMENTSPRIJS

F 1.50 PER HALF JAAR

VRAAGT GRATIS PROEFNUMMERS AAN BIJ DE ADMINISTRATIE:

NAVANDERSTR. 6-R-3, ROTTERDAM. POSTREK. 44314, TEL. 43376

Belangrijk zijn de brochures

van het Brochurendepot van de Int. Anti-Mil. Vereen.

PIET ROL Krommenie F 4 – Giro 77320

ct. fr. p. p.

B. de Ligt.

Mobilisatie tegen den Oorlog

12’/,

17

B. de Ligt.

Oorlog aan den Oorlog

5,

8

B. de Ligt.

Anarchisme en Revolutie

10,

13

B. de Ligt.

Het einde van Nederland’s

onafhankelijkheid en neutraliteit

3,

6

B. de Ligt.

Oorlog, Volkenbond en Sancties

7,

10

B. Damme.

Hoe de geweldige overwonnetf*

werd en 8 andere sprookjes

10,

13

P. Dekker.

Platteland, Oorlogsverhindering

en Socialisme

5,

8

A. de Jong.

Oorlog tegen Hitler-Duitschland?

7,

10

A. de Jong.

Hoe werkt de bloedige

Internationale?

10,

13.

G. Nabrink.

Van wereldcrisis naar wereldoorlog

5,

8

Simone Weii.

Oorlog en Revolutie

5,

8

H. Roland Holst.

Sterft oude vormen en gedachten

5,

8

Luit. Kol. Osburn.

Een verboden toespraak

3,

6

H. Eikeboom.

Rood Blazoen (voorheen f 1.50)

30,

40

H. Barbusse.

Een soldaat was een kuil aan

’t graven

20 fr.

p. p.

BESTELT NOG HEDEN

BIJ AANTALLEN FLINKE KORTING
Uitgave van het Brochurendepot der I.A.M.V.

In dezen tijd van militairisatie alom, gaan onze gedachten

als vanzelf uit naar het zoo prachtige nieuwste boek van

(Ernst Glaeser: „De laatste man in Burger”. Want zijn

wij anti-militairisten, die onwrikbaar trouw blijven aan

onze jarenlang beleden beginselen, niet eigenlijk allen

zulke laatste mannen in burger? En bekruipt ons niet het

gevoel, dat, naarmate de oorlog nadert, dit getal laatste

mannen al kleiner wordt? En is die laatste man inGlaeser’s

boek niet symbool van ons zelf, als wij hem in burger

zien, omdat hij de vlucht heeft genomen uit een wereld,

waarin nog maar alleen de uniform als van beteekenis

wordt beschouwd? Want voelen wij ons zelf eigenlijk

niet dagelijks meer vervreemden van — en dus als vreem¬

den in een wereld van geuniformden? Kunnen ook wij nog

wel leven, anders, dan door ten minste geestelijk te vluch¬

ten uit een wereld, waarin de waanzin tot wijsheid is ver¬

heven, de slaafschheid tot heldhaftigheid en de collectieve

moord tot verdienste zijn omgezet? Kunnen wij nog anders

mensch zijn, dan door geestelijk op voet van oorlog te

leven met vrijwel alles, wat ons omringt.?

Is het niet, of wij onszelf beluisteren, als wij in boven¬

bedoeld boek uit den mond van Hans, de zoo prachtig

geteekende hoofdfiguur, de hartekreet hooren opstijgen:

„Ik geloof dat ik ziek ben — ik kan niet meer haten,”

Want gelijken wij. die de liefde toch nog altijd boven de

haat stellen, niet op zieken, in deze wereld, waarin fana¬

tisme, bloeddorst, moordzucht, haat en verbittering de op

den troon geplaatste leidmotieven der menschen zijn?

Bedoeld boek van Glaeser en zijn reeds jaren geleden

verschenen: „Gewas 1902″ hebben ons anti-militairisten

veel te zeggen. Zij zijn voor ons verklaring en waarschuwing

tegelijk. Zij maken ons begrijpelijk, waarom alles is, zooals

het is. „Gewas 1902’ schetst ons de jeugd in de fase

der puberteit, waar doorhen de oorlog slaat. Het fas¬

cisme 1937 wordt er begrijpelijk door. Het fascisme is

een niet alleen noodlottige, maar óók noodzakelijke uit¬

komst van den oorlog van ’14.

De vreeselijke geweldsfase, het vier jaar durende moord-

festijn, de afgrijselijke bloedroes met z’n absolute ont¬

kenning van de waarde van het menschelijk leven, de

grondige vernietiging van alle zedelijke waarden, hebben

een jeugd juist in de meest gevoelige periode van haar

3

leven wel zóó diep getroffen, dat zij psychologisch voor

het fascisme was voorbeschikt.

Zoo gezien, treft onzen huidigen fascisten de kleinste

schuld. De grootste moet worden geschoven op rekening

van de „democraten”, die in 1914 den oorlog hebben

aanvaard. Zij hebben daardoor opgeroepen al de ver¬

schrikkingen, waardoor wij thans geslagen worden: fas¬

cisme, reactie, honger, pauperisme, werkloosheid, drei¬

genden nieuwen oorlog.

Wie dit in historische volgorde aldus ziet, zal er dan

ook op bedacht zijn weg te komen uit de cirkelgang, die

ons bedreigt: Oorlog en daaruit fascisme, daar tegen dan

weer oorlog, daar uit dan weer fascisme….

Wie begrijpt, dat het fascisme van thans het product is

van den misdaad van 1914, waardoor toentertijd de jeugd

werd vernield, die zal zich wel wachten dit proces opnieuw

in gang te zetten! Maken wij op onze beurt niet wederom

geschiedenis? Leeft niet te midden van ons wederom een

jeugd? En zullen wij door deze waarachtig toch al

genoegzaam geschonden jeugd den oorlog laten slaan

om.het fascisme te verslaan!

Is het met een weinig nadenken niet duidelijk, dat wij,

als w’e nu niet eindelijk alle militairisme en oorlog te

boven komen, niets anders zijn, dan de verwekkers van

weer nieuw fascisme, te midden waarvan dan onze kin¬

deren gedoemd zullen zijn te leven, die op hun beurt

daartegen dan weer oorlog zullen kunnen voeren.

Enz. enz.

Het is toch duidelijk genoeg, dat alle ons thans be¬

dreigende rampen het gevolg zijn van den oorlog van 1914.

Geen enkele moeilijkheid, waaruit op dit oogenblik oorlog

dreigt te ontstaan, of de wortels ervan zijn geschoten

in de periode 1914 — 1918. Aan stellig geen enkel l^nd

is dit duidelijker bewijsbaar, dan aan Duitschland.

Wie maar eenigermate op de hoogte is van de politiek

internationaal weet, dat in Duitschland het groote oorlogs¬

gevaar zich kristalliseert rond het „koloniale vraagstuk”.

Duitschland eischt koloniën. Duitschland heeft geen kolo¬

niën. Waardoor heeft Duitschland geen koloniën? Omdat

de overwinnaars van den vorigen oorlog aan Duitschland

z’n koloniën hebben ontnomen.

Slechts een kleine beschouwing, waaruit twee enormi¬

teiten opkomen! -We hebben een oorlog van vier volle

jaren gevoerd om dat land de koloniën te ontnemen,

die straks_ weer teruggegeven moeten worden, öf er

wordt daartoe door Duitschland opnieuw oorlog gevoerd!!

Wie zich nog maar alleen dit ééne feit realiseert, voelt

den ontzaglijken waanzin en misdaad van den vorigen

oorlog in al zijn gewicht! Die oorlog heeft wezenlijk

niet anders gedaan dan het fundament gelegd voor den

oorlog, die straks weer komt tenzij nog op het aller¬

laatste oogenblik de menschheid zich bezint, waarop overi¬

gens al héél weinig kans bestaat….

Is het duidelijk of niet, dat de eenigsten, die door de

geschiedenis in hun opvattingen zijn bevestigd, de anti-

militairistcn zijn?? Zooals ook alléén zij, die in 1Q14 den

oorlog hebben afgewezen, schuldvrij staan tegenover de

vreeselijke ontreddering van onzen tijd.

Maar, duidelijk of niet de geschiedenis dreigt zich

te herhalen. Want als we de groote menigte mogen ge-

looven, staat er deze keer iets op het spel, zóó geweldig,

dat daaraan best een tweede wereldoorlog kan worden

gewaagd! Dat geweldige is…. de democratie, welke

tegenover het fascisme moet worden beschermd.

Wij anti-militairisten moeten er dan in de eerste plaats

op wijzen, dat een dusdanige verdediging op groote schaal

reeds heeft plaats gevonden! In 1914 immers was dat de

leuze, waaronder de oorlog werd gevoerd. De democratie

werd beschermd tegenover het Duitsche militairisme. En

als er ooit een oorlog is gevoerd, welke volledig het

gestelde doel heeft bereikt, dan is het zeker wel die van

1914! De verdediging van de democratie beteekende, dat

het Duitsche militairisme moest worden verpletterd. Welnu

— dat is geschied. De verplettering van Duitschland was

resoluut. De overwinnende democratieën wenschten zich

ook voor de toekomst veilig te stellen en dwongen daartoe

Duitschland tot een grondige ontwapening. Een internatio¬

nale commissie, gezeteld in Duitschland, hield hierop toe¬

zicht en verliet dit land in 1927, na te hebben vastgesteld,

dat alle eischen van de overwinnaars grondig waren uit¬

gevoerd. Duitschland was overwonnen, verpletterd, ont¬

wapend. De democratie had gezegevierd!

En thans na 10 luttele jaren moet die democratie al

weer worden verdedigd. Tegenover hetzelfde Duitschland!!

Dat uit de asch van zijn nederlaag is herrezen, om opnieuw

de wereld verbaasd en bevreesd te doen staan.

Dit proces leert ons onwrikbaar deze waarheid: men

kan met het eene militaire apparaat wel het andere appa¬

raat vernietigen, maar geenszins den militairen geest!! De

militairistische gezindheid is niet van buiten af door een

tegenstander te vernietigen, doch kan slechts door op-

5

voeding en zelfopvoeding door ieder volk zelf van binnen

uit worden overwonnen!

Aan dit laatste was het Duitsche volk — zoo min als

eenig ander — niet toegekomen. Ik zou kunnen zeggen:

ook niet na den oorlog, maar ik moet zeggen: juist niet

dóór den oorlog! Want het noodlot immers van iederen

oorlog is, dat het ’t militair élan steeds versterkt.

Het eenigste, wat de oorlog van 1914 bereikte, was dit,

dat aan een volk, waarin juist door den oorlog de militaire

gezindheid heviger was dan ooit, zijn militaire APPARAAT

werd ontnomen. Waaruit dus een des te heviger begeerte

opkwam, weer in het bezit te komen van zulk een apparaat,

om daarlangs zijn gezindheid uit te leven! In politieke

termen overgezet beteekent het, dat juist de nederlaag

het fascisme wekte. Om aldus nög eens te bewijzen, dat het

militairisme niet door militairisme te overwinnen valt, maar

wel militairisme al heviger militairisme wekt!

Als wij dan ook op dit oogenblik de geheele democra¬

tische wereld doende zien om te pogen Duitschland nog

eens te vernietigen, dan vragen wij alleen heel rustig

wat men zich dan wel voorstelt, dat het resultaat van

deze tweede verplettering zal zijn?!

Wij voor ons zijn er zeker op dit oogenblik meer dan

ooit van overtuigd, dat de overwinning op het militairisme

niet door oorlog, maar slechts door opvoeding zal kunnen

geschieden, niet, door het eene militaire apparaat het

andere te laten stukslaan, maar door de langzame, gesta¬

dige groei van de anti-militairistische gezindheid bij alle

menschen en alle volkeren.

Want niet alleen het Duitsche militairisme moet als

gevaarlijk worden overwonnen, maar dat over heel de-

wereld! En dit juist brengt ons tot de tweede opmerking,

die wij willen maken naar aanleiding van den oorlog, die

dan dezen keer tegen het fascisme zou moeten worden

gevoerd.

Naar onze opvatting bestaat er geen wezenlijk verschil

tusschen democratie en fascisme! Maar slechts een van

gradueelen aard. En dit geringe gradueele verschil wordt

juist door den oorlog onmiddellijk opgeheven! Ja, op dit

oogenblik wordt zelfs dit gradueele verschil steeds kleiner,

nu de democratieën zich ook ten oorlog voorbereiden.

Het fascisme zegt „men”, kenmerkt zich door zijn hevig

militairisme, door..alles in te stellen op den oorlog. Best.

Maar als ik dan lees, dat in Engeland in Wil maar eventjes

45 nieuwe ammunitiefabrieken worden gebouwd en de

geheele industrie zal worden gemobiliseerd, kenmerkt zich

6

die democratie dan door iets anders… En ais in Nederland

ook niets wordt verwaarloosd, om het militairisme op peil

te brengen, het apparaat te pcrfectioneeren, de dienstplicht

wordt verlengd evenals de vonnissen der dienstweigeraars,

de kosten van dit alles van 118 millioen gulden in twee

jaar stijgt tot 150 millioen, terwijl, om maar iets te

noemen de bevolking van de geheele provincie Drente

langzaam maar zeker wegteert, kenmerkt zich zoo’n demo¬

cratie dan door iets anders dan het fascisme?!

Misschien is er in velerlei opzicht in de fascistische

staten zelfs meer „eerlijkheid”_ In Duitschland wordt

doodgewoon gezegd: eerst kanonnen, dan boter! Maai

hier komen honderdduizenden zelfs niet meer toe aan de

goedkoopste margarine en leest een heel proletariaat z’n

pauper-menu dagelijks in zijn roode krant! „Wat eten we

vandaag?” Waarbij moet worden opgemerkt, dat in de

voeding b.v. 10 personen tot ongeveer 6 worden terug¬

gebracht, omdat in dit democratische land anders het

proletenmenu nóg te kostbaar zou worden te midden van

de 150000 000, die aan moord worden besteed. Gaan de

kanonnen hier niet vóór…. de margarine??

Ik ben waarlijk geen vriend van fascisme, maar ik moet

toch steeds’ met zeer groote moeite mijn verontwaardiging

bedwingen, wanneer ik de democratie hoor bezingen!

Wanneer b.v. Jan Plijzier in een radio-rede ijskoud ver¬

klaart: „Het is geen frase, als ik zeg, dat wij hier leven

in een vrij land.”

Neen — wanneer wij anti-militairisten de sociale ver¬

houdingen bezien, dan willen wij gaarne openlijk verklaren,

dat deze zoo weerzinwekkend vreeselijk zijn, dat wij zelfs

geen druppel zweet willen offeren voor zulk een demo¬

cratie ….

Het behoort dan ook tot onze anti-militairistische taak

om de moderne proletarische waanzin te keer te gaan,

welke zich aandient onder de naam van „anti-fascisme”

Democratie en fascisme zijn beiden één en hetzelfde

kapitalisme. Of dit kapitalisme democratisch dan wel fas¬

cistisch is, wordt bepaald door plaats, tijd en omstandig¬

heden. Meestal is het kapitalisme beide tegelijk — al direct,

wanneer dit kapitalisme koloniën heeft! Zooals ook het

Nederlandsche.

De „inlander” verdient dan 21/2 cent P er dag, lijdt

honger in het rijkste, vruchtbaarste land van de wereld

(Java) en ontvangt zijn behoorlijke portie rotlanslagen.

Alles overbekend. De parasieten van de arbeiders, die hun

Jantje-Plijzieren-plaats hebben gevonden, likken dan aan

de democratie- En ik wil met genoegen openlijk ver¬

klaren, dat als het fascisme deze opruimt, het een nood¬

zakelijke taak vervult. Helaas doet het veel méér. Daarom

juist zou het goed zijn, dat de arbeiders deze taak eens

verrichten — maar helaas zijn die er blijkbaar voorloopig

te dom voor….

Principieel dient te worden vastgesteld, dat alle kolo-

niseerende landen hun gekleurde volken eeuwen lang

hebben be- en mishandeld op dezelfde wijze, als dat

thans in Europa gebeurt in die landen, waar het „fascisme’’

bestaat. Het beteekent, dat alle koloniseerende kapita-

lismen in de koloniën steeds fascistisch waren.

De vraag of en wanneer het kapitalisme in Europa

zelf fascistisch is, wordt vooral bepaald door het feit, of

het kapitalisme koloniën heeft, of het grondstoffen bezit

voor de nationale industrie, of er afzetgebieden zijn voor

zoowel menschen als producten.

Heeft het dit niet, dan zal er dus een sterke begeerte

naar zijn en zal het zich gereed maken, om dit zoo noodig

en mogelijk militair te veroveren. Dit is het proces, dat

ons thans Duitschland, Italië en Japan heel sterk te aan¬

schouwen geven. Zulke landen noemen we dan economisch

„hongerigen”. Het militaire streven van deze landen komt

dus op uit hun economische positie. Omdat zij economisch

hongerig zijn, zijn ze aanvallend van aard. D.w.z. ze staan

i aan den aanvang van een proces, dat zich elders reeds

heeft voltrokken — bij de zgn. „verzadigden”.

Dit zijn de landen, die door oorlog, moord, roof, dief¬

stal wèl koloniën, afzetgebieden en grondstoffen bezitten.

Dit alles is dus door „fascisme” verkregen en eenmaal

in ’t bezit ervan, wordt niets anders begeerd, dan in rust»

de buit te verteren. Deze soort landen — Engeland, Frank¬

rijk, Nederland — zijn nu „democratisch”, niet-oorlogs-

zuchtig, omdat zij bij oorlog slechts kunnen verliezen.

Hier heeft men in groote lijn het heele „verschil” tus-

schen democratie en fascisme. Een en hetzelfde kapitalisme,

dat of hongerig is en daarom oorlogszuchtig, of verzadigd

en daarom vredesgezind! Dat alles wil dus zeggen: er is

geen verschil!

Om het met een grof voorbeeld maar eens duidelijk

te maken: als in een oorlog Engeland eens al zijn bezit¬

tingen verloor, zou het zich omzetten tot een fel-fascistisch

land. En omgekeerd: als in een oorlog Duitschland zich

„verzadigd” gapt, treedt het in de rij der oer-fatsoenlijke

democratische volken. –

Wie deze, onze beschouwing begrijpt, is het ook duide-

lijk, waarom wij anti-militairistcn óók den oorlog tegen

het fascisme verwerpen. Ook zulk een oorlog immers is

er een tusschen hongerige en verzadigde kapitalismen!

En wij, die socialisten zijn, willen evenmin vóór de

verzadigden als tégen de hongcrigen vechten. Wij hebben

behoefte aan den ondergang van beiden.

Helaas begrijpen de arbeiders van dit alles vrijwel niets.

Vandaar de steeds groeiende oorlogsbereidheid bij de ar¬

beiders in de democratische landen – als het maar tegen

het fascisme is! Maar waar is het dan eigenlijk vóór….?

Is het niet duidelijk, dat op deze wijze het proletariaat

alleen maar vecht ten gunste van de bevoorrechte positie,

welke de eigen nationale bourgeoisie heeft ten opzichte

van die andere? En is het niet even duidelijk, dat die

bevoorrechte bourgeoisie héél ijverig de „anti-fascistische

gezindheid” bij de arbeiders zal levend houden! Spreekt

Colijn hier te lande ook al niet over zijn liefde voor de

democratie!! Natuurlijk. De pro-democratische anti-fas¬

cistische gezindheid behoeven de verzadigden immers, als

straks de hongerigen hen bedreigen. Dan moeten immers

de arbeiders, evenals in 1914, wéér voor de belangen

van de bezittende klasse in ’t vuur. Dan is er toch weer

een „leuze” noodig, op grond waarvan de arbeiders met

groot enthousiasme zullen opmareheeren.

Welnu — die klasse der bezitters treft het uitstekend,

dat er sedert 1933 een soort van waanzin door de arbeiders

slaat! Het kapitalisme kan de dingen rustig afwachten,

als het deze geest maar levend houdt, aanwakkert, voedsel

geeft. Wat het niet nalaat!!

Zoo staan wij voor een afschuwelijk treurspel. De

arbeiders staan op weer precies hetzelfde punt als in 1914.

Het eenheidsfront, dat is de Godsvrede met de bourgeoisie,

is overal een feit. De ontwapening, of wat er voor door¬

ging, is door alle arbeiders prijsgegeven. De Internationale

heeft ‘afgedaan en in Nederland is nu bij de „socialisten”

meer het Wilhelmus in trek. Verder lijden we in Nederland

hevig aan het Benno-isme, het Oranjehuis wordt afgelikt

en om niet door de anderen op de knieën te worden ge¬

slagen, gaan de arbeiders eigener beweging op hun….

buik. En aldus „handhaven” ze zich-

Juist omdat wij er ons sterk van bewust zijn, dat de

komende oorlog zal worden gevoerd onder de leuze

democratie dictatuur, kan onzerzijds met niet genoegzaam

energie er op gewezen worden, dat er een ontzaglijke

9

denkfout wordt gemaakt, wanneer de begrippen anti-fas-

cisme en anti-militairisme identisch worden geacht!

Uit het voorafgaande is reeds overduidelijk gebleken,

dat er een zeer verdacht — en ook zeer gevaarlijk — soort

„anti-fascisme” bestaat en nog steeds groeit. Dit antifas¬

cisme nl., dat steeds grooter oorlogsbereidheid vertoont

en dat – in Frankrijk b.v. — haast schreeuwt om oorlog!

Zulk een anti-fascisme ligt ons verre! Niet alleen, dat wij

daarmee als anti-militairisten niets van doen willen hebben,

maar sterker, wij zullen nimmer vergeten, deze zeer ge¬

vaarlijke gezindheid uit alle kracht te bestrijden! Zéker,

nu wij rond Spanje b.v. moeten vaststellen, dat zelfs

syndicalisten en anarchisten aan die moderne waanzin ten

offer vallen.

Een werkelijk zuiver anti-fascisme is vóór alles anti-

militairisme, zooals omgekeerd alle militairisme zuiver

fascisme is!!

Het anti-fascisme echter, waaraan zoo de paar laatste

jaren jan-en-alleman zich bezondigt, is uiterst gevaarlijk,

wijl het op het moment van het uitbreken van den oorlog

de psychologische motor zal blijken te zijn, waarmee de

zatgevreten kapitalisten in de democratische landen de

arbeiders in ’t vuur zullen jagen tegen ‘de door het

fascisme verleugende arbeiders in dienst van Hongerige

concurrenten!!

Vandaar, dat de „democratische kapitalisten” niets na¬

laten, de anti-fascistische gezindheid bij hun arbeiders aan

te wakkeren. Dat behoort welhaast tót het allervoornaamste

van de psychologische oorlogsvoorbereiding!

Als merkwaardig voorbeeld hiervan hebben wij te zien

het zgn. Internationale Anti-Oorlogscongres te Brussel,-

gehouden in September 1936. Eén van de organisatoren

en ook de voorzitter was_ de minister van de Fransche

oorlogsluchtvloot Pierre Cot!!!, die ’s Zondags het congres

toesprak en ’s Maandags in de ministerraad het voorstel

deed. om 10 MlLLlARD franc te besteden aan fortificatiën

en nieuw geschut. „Anti-oorlogs_”

Dit beruchte congres had een aantal punten als voor¬

waarde tot deelneming gesteld, waardoor bij voorbaat vast¬

stond, dat de fascistische staten niet aanwezig zouden zijn.

Wat ook de bedoeling was! Die punten waren o.a.: hand¬

having van de na den oorlog gesloten verdragen en hand¬

having van den Volkenbond. Waarbij men moet bedenken,

dat wij juist leven in een tijd, waarin de fascistische staten

heel logisch overigens — alle verdragen als scheurpapier

beschouwen en den Volkenbond den dood toewenschen!

10

Maar psychologisch „deed” het congres liet toen natuur¬

lijk! Alleen de democratische volkeren waren aanwezig en

dus moest bij deze stakkers daaruit wel de inbeelding nog

versterkt worden, dat „fascisme oorlogsvoorbereiding” bc-

teekent!

De groote financier van het congres was_ de Frnnschc

oorlogsindustrie!!!

Zoo exploiteeren de verzadigden, die zich straks tegen

de hongerigen moeten verzetten, de anti-fascistisehe gezind¬

heid der massa — welke er natuurlijk invliegt als altijd!

Het is vooi de verzadigden, dat zijn de democratische

kapitalisten, ook al heel gemakkelijk om dit spel te voeren.

Zij hebben immers den tijd en de gebeurtenissen méé

Daar is b.v. al direct de oorlog van Italië tegen Abessinië

in 1935—’36. Voor de groote menigte welke nu eenmaal

over een klein verstand beschikt — was deze strijd natuur¬

lijk het „bewijs”, dat fascisme oorlog is_

Voor ons bewees de actie van Italië alléén, dat kapita¬

lisme oorlog is. Wat Italië deed, was immers alleen dat,

wat alle koloniën bezittende kapitalismen altijd hadden

gedaan. Het was slechts de voortzetting van een eeuwen¬

lange politiek, die men voor den oorlog van 1914 gewoon-

lijk aanduidde met de naam van Imperialisme. Maar tegen¬

woordig schuift men alles op rekening van het „fascisme”,

ook al heeft het er eigenlijk niets mee te maken.

Want hoe zijn Engeland, Frankrijk, Spanje, België en

Nederland aan hun koloniën gekomen? Op andere wijze,

dan waarop Italië Abessinië verkreeg?? Neen immers. En

toch bestond toen het heele fascisme nog niet. Een en

ander doet toch duidelijk zien, dat de begrippen fascisme

en kapitalisme eens duidelijk op hun juiste waarde moeten

worden beoordeeld. Voor ons is kapitalisme oorlog, on¬

geacht, of dit een democratische dan wel een fascistische

vorm aanneemt.

Zoo is er rond deze begrippen vrijwel niets dan ver¬

warring bij de arbeiders, waarvan de bezittende klasse

handig profiteert. Want als alle terreur, roof, moord en

oorlog nu door de arbeiders maar worden aangezien voor

wandaden van het fascisme, dan is het een klein kunstje

die arbeiders in den oorlog te drijven — er behoeft dan

slechts te worden gezorgd voor het etiket „anti-fascistisch”.

Vooral nu de oorlog in Spanje woedt, wordt dit nood¬

lottige proces nog weer eens versterkt. De Mooren aan de

fronten, bommen op Madrid, zijn telkens weer evenzoovele

„bewijzen” voor de menigte, hoe misdadig het fascisme is.

Ons zegt dit alles alleen maar weer, hoe misdadig het

11

kapitalisme is. En wij bedanken er voor, ons tegen één

vleugel van het kapitalisme te laten opruien — de fascistische

ten bate van die andere vleugel — de democratische!

Wanneer men zich niet door blind fanatisme laat leiden,

maar door het helder licht van de rede, zal men ook

spoedig bemerken, dat geen enkele wandaad door fascisten

bedreven wordt, welke niet al duizend maal door demo¬

craten is voorgedaan!

Nemen we slechts de proef op de som, door de gebeur¬

tenissen in Spanje te bezien.

Het is van algemeene bekendheid, dat Duitschland achter

Franco staat. „Dat is nu het fascisme” zegt „men”. „Dat is

nu het kapitalisme” zeggen wij, en dan hebben wij gelijk.

Men denke slechts aan de gebeurtenissen in Rusland in

de jaren 1017—1920. Rusland was in volle revolutie.

De arbeiders rekenden af met hun regeering en heel het

oude systeem. Fascisme was toen nog onbekend, maar

de interventie niet! En wie intervenieerden? Dezelfde

democratieën, die thans met hun schijnheilige tronies hun

veto uitspreken over de houding van Duitschland! Rond

Rusland werd getrokken het bekende „Cordon des Doods ”

— de generaals Koltsjak, Peltjoera en Denikin opereerden

tegen de revolutionaire arbeiders. En wie hadden deze

generaals uitgezonden? Frankrijk en Engeland.

Deze landen waren nu de Democratie! welke de ar¬

beiders door vier jaar oorlog aan de overwinning hadden

geholpen!!

Men ziet — één oogenblik rustig denken en het fascis¬

tische Duitschland en het democratische Engeland en

Frankrijk blijken één en hetzelfde te zijn.

Dat Franco in Spanje met Mooren werkt, is natuurlijk

weer een wandaad van het fascisme. Volgens „men”.

Maar de anti-militairist weet natuurlijk te goed, dat vier

oorlogsjaren lang de democratische landen aan het Weste¬

lijk front met kleurlingen hebben geopereerd en dat deze

zelfden tot in 1928 met grootendeels kleurlingen de Duit-

sche Roer hebben bezet gehouden.

Daarom alweer zien wij het gebruik maken van Mooren

niet als Fascisme of Franco-isme, maar als militairisrne.

Precies deze zelfde redeneering geldt voor de bombar¬

dementen van Madrid. Wanneer daarbij op de afgrijselijkste

wijze vrouwen en kinderen worden uiteengescheurd, heeft

het fascisme het weer gedaan….

Toch is dit volkomen onjuist!

Ieder weet uit de nu jarenlange oorlogsvoorbereiding,

dat alle militair deskundigen steeds hebben betoogd, dat

12

de komende moderne oorlog er een zal zijn, die vanuit

de lucht wordt gevoerd en zich richt tegen het achterland,

op de steden met hun burgerbevolking.

Het eenigste, wat Franco kan worden verweten, is dit,

dat hem het lot heeft getroffen, een proces in gang te

zetten, dat s/raks algemeen zal zijn en waarop vandaag

den dag allen zich voorbereiden! Ons god-zalig demo¬

cratisch land niet uitgezonderd. Ook Nederland heeft zijn

gasschool en zijn gasofficieren. En allen, die op dit oogen-

blik hun kelen schor schreeuwen over de afschuwelijkheden

van Franco boven Madrid, schreeuwen zich eigenlijk uit

tegen de afschuwelijkheden, die zij zelf straks zullen

volvoeren.

Elk land heeft zijn luchtvloot, elk land heeft zijn gas.

elk land is er op ingesteld, op de steden en dorpen van

den tegenstander, op vrouwen en kinderen, zieken en

grijsaards gas- en brandbommen te werpen.

het is volkomen juist, dat Italië in Afrika met mosterd¬

gas heeft gewerkt, maar het is niet minder juist, dat dit

slechts het voorspel was van het algemeene van straks.

Omdat dit alles onweersprekelijk juist is, zien wij de

mosterdgas-aanvallen door Italië en den vrouwen- en kin-

derenmoord vanuit de lucht boven Madrid niet als fascisme,

maar als de bitter-logisch-noodzakelijke consequenties van

het militairisme!

En als anti-militairisteen verklaren wij, dat allen, bij wie

het anti-fascisme zich dom genoeg automatisch omzet tot

oorlogsbereidheid, gerustelijk kunnen zwijgen over de wan¬

daden van het fascisme, omdat ze, door zich op den oorlog

voor te bereidden, principieel op precies hetzelfde zijn

ingesteld!

Frankrijk b.v. heeft eenige duizenden oorlogsvliegma-

chines — zij staan dag in dag uit startklaar. Als straks

de oorlog uitbreekt, stijgen deze machines dan soms op,

om maar alléén militair versterkte punten te bombardeeren

(wat al erg genoeg is!) of zullen ze zich onmiddellijk

keeren tegen de groote steden in Duitschland?! Ook dit

laatste, natuurlijk. Daarop zijn toch ook internationaal de

zgn. luchtbeschermingsoefeningen ingesteld!!

Wat laat men zich dan toch opruien tegen het fascisme,

waarom brengt men zichzelf en anderen in een oorlogsroes

tegen dat fascisme, om dan straks allen precies hetzelfde

te doen! Waarom zegt men, dat deze laffe sluipmoorden

vanuit de lucht iets zouden zijn speciaal van Franco en

het fascisme — terwijl deze toch specifiek Ml UT A/R/S-

TISCH zijn!!!!

13

Is dit misschien een poging van de anti-fascisten om

zichzelf te „dekken”-Want immers hebben zij aan dat

militairisme allen deel! Worden er zelfs steeds méér

bezeten van.

Beperken we ons in dit verband slechts tot Nederland.

Kort geleden hebben wij kunnen lezen, hoe ons „demo¬

cratisch” vliegkamp te Soesterberg 65 nieuwe vliegtuigen

zal krijgen. Ze worden in dit land gebouwd door ar¬

beiders zonder eenig verantwoordelijkheidsgevoel, zonder

karakter, zonder moed…. Zullen deze 65 machines straks

soms niet gas-, brand- en andere bommen neerdonderen

op steden, waarin vrouwen en kinderen?!

Maar de proleten, die dit schunnige werk voorbereiden,

door hun arbeid in de moord-industrie zijn natuurlijk

ook_anti-fascisten, brullen over en tegen Franco, stem¬

men rood en zijn voor het „Plan”- Alsof ze niet eens

beter het „plan’ konden opvatten, zich te scharen in de

rijen van de „mannen in burger”.

En dezelfden, die aldus, over heel de wereld, het

militairisme dragen, door hun arbeid, en dus het fascisme

— wijl militairisme zelf fascisme is — hopen dan ook

nog tegelijkertijd, dat de arbeiders in Spanje_ het

fascisme zullen overwinnen!! En als ze die hoop hardop

uitrazen, worden ze ook nog aangezien voor echte volks¬

vrienden! Onderwijl degenen, die door jarenlang vol¬

gehouden, bijna boven-menschelijke offers, „mannen in

burger” bleven — honger en armoede trotseerende —

worden uitgescholden voor fascisten, zieken en psycho-

pathenü! Want de geest van het fascisme — zich uitende

in bruutheid en verwildering, heeft reeds zoozeer terrein

gewonnen, dat eindelijk ook syndicalisten en anarchisten

er door worden aangetast….

Wij anti-militairisten zullen ook — ja juist in dezen

tijd niet beneden onzen geestelijken stand gaan leven. Ën

dus trouw blijven aan ons beginsel.

Het front van anti-oorlogsmenschen smelt weg, als

sneeuw voor de zon. Het bestond, toen in een nieuwen

tweeden wereldoorlog nog niet werd geloofd. Nu steeds

meerderen dezen oorlog gaan weten, schrompelen pacifisme

en anti-militairisme — of wat er voor door ging — ineen.

En vallen de massa’s terug op de natie, het vaderland, de

Staat en het militaire apparaat. Angst beheerscht weer de

volkeren en de individuen. Angst, waaruit geschreeuw om

geweld ontstaat. Als om te demonstreeren, hoe werkelijk

pathologisch de heele menschheid is. Want dit schreeuwen

om geweld, de al luider klinkende roep om wapens is

14

echt infantilistisch — d.w.z. is eigen aan de kinderlijke

sfeer! Begint ook niet een kind, dat alleen in donker loopt

en daardoor angstig is…. heel hard te fluiten!!

Angst en geweld gaan altijd hand in hand — het zijn de

symbolen van den taffen en den zwakken mensch. Want

angst komt altijd op uit innerlijke onzekerheid. Daarvan

is het beeld, dat de wereld ons thans te aanschouwen

geeft — psychologisch gedacht — logisch en dus begrijpe

lijk. Want leeft niet heel de menschheid op de basis der

onzekerheid? Is er niet een volkomen gebrek aan innerlijke

rust? En is het dus niet vanzelfsprekend, dat de roep om

wapens, om strijd, om bloed, daaruit opkomt? Vechtende,

rumoerende, probeert de mensch zich van zijn gevoel vai:

zwakte, angst en lafheid te bevrijden! Den psychologisch

georiënteerde is dit proces maar al te goed bekend!

Tegenover dit alles staan „de laatste mannen in burger”,

die zich niet gewonnen geven. Die dit ook niet behoeven

te doen. Omdat ze al strijdende — vooral naar binnen!

tot klare bezinning en diep gefundeerde innerlijke kalmte

zijn gekomen. Zij behoeven geen wapens meer. Omdat ze

geen kinderen meer zijn en het „fluiten in het donker” te

boven zijn gekomen. Zij zijn ook geestelijk volwassen en

durven daarom zwijgend in het donker te zien.

De anthmilitairist zou ook niet meer weten, wat hij

met het wapen moest doen. Het fascisme bestrijden? de

groote begeerte van den tijd — met het wapen van ijzer,

staal, de brandbom of het gas? Het wapen, dat juist zèlt

het wezenlijke van het fascisme is!

Neen — hoe belachelijk, ziek, ouderwetsch of psyclio-

patisch het misschien ook moge klinken, de anti-militairist

gelooft slechts in het wapen van den geest — zooals hij

wéét, dat het geloof in het wapen zal moeten worden

overwonnen.

Want juist het georganiseerde geweld van het militai-

risme weet hij als de grootste ziekte van dezen tijd. Zooals

hij óók weet, dat deze gruwel nimmer zal kunnen zijn een

wapen ter bevrijding in dienst van hen, die het ideale be¬

streven. Omdat het militairisme allen aanvreet, allen ver¬

nielt, met dezelfde kracht — overwinnaars en overwon¬

nenen. Omdat elke militaire overwinning door altijd weer

heviger militaire kracht zal moeten worden „veilig gesteld”

— hetgeen bij de tegenpartij altijd maar weer alleen ook

militaire reactie verwekt. En zoo — zonder einde

Het militairisme zélf is het kwaad!

En deze verwoestende gezindheid te overwinnen, is de

groote opgave van dezen tijd. Het is de allergrootste

15

Cultuurtaak, waarvoor de menschheid zich ooit zag gesteld.

Wij, anti-militairisten, willen ons leven tot waarde maken,

door waarde toe te kennen aan het leven. Door in diepe

eerbied te buigen voor dat eeuwig schoone en altijd on¬

doorgrondelijke mysterie, waaraan we zelf deel hebben en

dat toch tegelijk méér is dan ons zelf alleen.

Dit is ons geloof — onze religie, als ge wilt — dat in

ons reeds zóó sterk leeft, dat het ons leven heeft gesterkt.

En over de wereld moge dan woeden de geest der

gewelddadigheid, de bloedroes moge voortgolven en hoog

opslaan, hartstochten razen, dat alles — ja, juist dat alles

zal ons sterken in onze overtuiging, dat de menschheid op

weg is naar den ondergang, wanneer dat proces, in alle

hevigheid in 1914 gewekt, niet tot staan wordt gebracht.

Niets en niemand zal ons wegslaan van onze ankers,

welke die zijn van rust en zekerheid in ons.

En wij spreken het uit, dat wij slechts gelooven, dat de

wereld uiteindelijk zal worden gered door „de mannen in

burger”, die, met hun wapen van den geest, toch, ééns,

alle mannen in uniform zullen slaan….

Terwijl wij met diepe dankbaarheid zijn vervuld jegens

het Leven zélf, dat zijn diep-geheimzinnige kracht open¬

baart door, dwars door alle waanzin, verwildering en

misdaad heen, ons toch nog doet zijn. DE EERSTE

MANNEN IN BURGER — die leven en worstelen om

Waarheid en Licht!

Non Possumus ….

Ook WIJ kunnen niet anders ….

JO DE HAAS.

GEACHTE LEZERS,

Wanneer u na lezing van deze brochure van meening

bent, dat ’t zeer belangrijk zou zijn, om deze onder ’t

bereik van zoovee). mogelijk menschen te brengen, helpt

ons dan bij dit werk en bestelt onverwijld een aantal.

DE DEPOTHOUDER.

16

DE WAPENS NEDER

Maandorgaan der I.A.M.V.

*

Abonnementprijs f 0.85 per jaar met inbegrip van

EXTRA KERSTNUMMER

Administratie: CHR. D. HAK – Ie Dijkstraat 20

Dordrecht – Girono. 31762

*

„De Wapens Neder” is het anti militaristische orgaan, dat sinds 1904

strijd voert tegen iedere oorlog en oorlogsvoorbereiding. — Het houdt

U op de hoogte van het oorlogsgevaar en de ontwikkeling van het

militarisme, en wekt U op tot onverzoenlijke strijd tegen alles wat naar

oorlog kan voeren

BEVRIJDING

MAANDBLAD GEWIJD AAN

DE VERNIEUWING VAN

HET SOCIALISME

ONDER REDACTIE VAN: A. STORM, B. DE LIGT EN

L. M. MISPELBLOM BEIJER-v. d. BERGH v. EYSINGA

ABONNEMENTSPRIJS

F 1.50 PER HALF JAAR

VRAAGT GRATIS PROEFNUMMERS AAN BIJ DE ADMINISTRATIE:

NAVANDERSTR. 6-R-3, ROTTERDAM. POSTREK. 44314, TEL. 43376

Belangrijk zijn de brochures

van het Brochurendepot van de Int. Anti-Mil. Vereen.

PIET ROL Krommenie F 4 – Giro 77320

ct. fr. p. p.

B. de Ligt.

Mobilisatie tegen den Oorlog

12’/,

17

B. de Ligt.

Oorlog aan den Oorlog

5,

8

B. de Ligt.

Anarchisme en Revolutie

10,

13

B. de Ligt.

Het einde van Nederland’s

onafhankelijkheid en neutraliteit

3,

6

B. de Ligt.

Oorlog, Volkenbond en Sancties

7,

10

B. Damme.

Hoe de geweldige overwonnetf*

werd en 8 andere sprookjes

10,

13

P. Dekker.

Platteland, Oorlogsverhindering

en Socialisme

5,

8

A. de Jong.

Oorlog tegen Hitler-Duitschland?

7,

10

A. de Jong.

Hoe werkt de bloedige

Internationale?

10,

13.

G. Nabrink.

Van wereldcrisis naar wereldoorlog

5,

8

Simone Weii.

Oorlog en Revolutie

5,

8

H. Roland Holst.

Sterft oude vormen en gedachten

5,

8

Luit. Kol. Osburn.

Een verboden toespraak

3,

6

H. Eikeboom.

Rood Blazoen (voorheen f 1.50)

30,

40

H. Barbusse.

Een soldaat was een kuil aan

’t graven

20 fr.

p. p.

BESTELT NOG HEDEN

BIJ AANTALLEN FLINKE KORTING


Hey!

Hey there, fellow Robloxian! Whether you’re here to discover hidden gem games, level up your building skills, or just stay in the loop with the latest events, you’re in the right place. This blog is all about sharing the coolest things in the Roblox universe—from developer tips to epic game reviews. So grab your Bloxy Cola, hit that follow button, and let’s explore the world of Roblox together! 🚀


Join the Club

Stay updated with our latest tips and other news by joining our newsletter.


Categorieën


Tags