>> txt de overwinning van geweld door nieuw religie

VRI|E SOC. VER. EMMER-COMPASCUUM

VOORWOORD

Deze brochure is het laatste geestes-product van wijlen, onze.

in 1945 op zo wrede en tragische wijze, door fascistische moorde¬

naarshand gevallen makker, Jo de Haas.

De ..Vrije Soc. Ver.” te Emmer-Gompascuum komt de eer toe,

de uitgave dezer brochure te hebben bewerkstelligd.

Tk twijfel er geen ogenblik aan. dat dit geschrift, hetwelk

door Jo in het laatste oorlogsjaar werd geschreven, toen de hel

van bet geweld zich in al z’n barbaarsheid, ook aan het Nederl.

volk, vertoonde, vooral de belangstelling zal opwekken van hèn

die Jo de Haas hebben gekend en ervaren hebben, dat hij

dikwijls een profetische blik had.

Tn deze brochure geeft Jo op de hem eigen bevattelijke wijze

z’n visie op de historische betekenis van het geweld en toont de

noodzaak aan. dat het geweld overwonnen moet wmrden door

een nieuwe religie: niet alleen uit ethische-, doch ook uit

iitiliteitsoverwegingen.

Mogelijk, dat z’n visie sommigen tot tegenspraak zal prikkelen,,

als hij. na te hebben vastgesteld. dat de ontwikkeHngs-geschie-

den’is der mensheid een onafgebroken toepassing van het geweld

te zien geeft, tot de uitspraak komt. dat dit vanzelfsprekend is.

en wat we als een logische, historische noodzaak hebben te

erkennen. ..Aan het menselijke gaat het on-menselijke v.ooraf,”

zegt schr. elders. .,en om het geweld te boven te komen moeten

Ave eerst practisch of theoretisch dooreen geweldsfaze zijn he?jnr_-

gegaan. Jo onderscheidt de ontwikkelingsgang in 3 periodes.

I w.: de primitieve natuurperiode waarin vooral de fvsieke

krachten de boventoon voeren ; de f.ultuur-periode waarin we

thans leven en waarin het verstand overweegt, vermengd met

resten uit de le periode en ten derde het derde toekomsttijdvak,

door hem liet creatuurlijke (scheppende) *’enoemd. waarin de

mens weer één wordt met de natuur, doch nu gelouterd door wat

voorafging.

Afwzicn. of men het inzicht van Jo de Haas in deze brochure

onderschrijft of niet zal elke aandachtige lezer tof diepe be¬

schouwing van de gestelde problemen worden gepr’kkeld, en

hiermede is, meen .ik. ree.ls de verdienste van deze uitgave

bevestigd.

Den Haag. Maart 1947,

J. BAKKER.

De Overwinning van hel Geweld

door Nieuwe Religie.

Zonder «Ie denkbeelden, die we heden willen ontwikkelen, to^

ie passen op politieke constellaties of algemeen maatschappelijk

terrein, zullen wij over genoemd onderwerp het een en ander

pogen te zeggen vanuit c u 11 u u r-h i s t o r is c h oogpunt.

Beginnen we met de opmerking dat er in de geschiedenis altijd

twee — zeer duidelijk van elkander te onderscheiden — vormen

va» geweld hebben bestaan. Ren horizontaal en een verticaal

geweld.

Het horizontale is dat van de oorlogen, het grensoverschrij¬

dende. het verticale is dat van de klassenstrijd, het geweld dat

in zijn omvang beperkt wordt door de grenzen van het land.

Momenteel is deze laatste vorm — dus de klassenstrijd — vol¬

komen uitgeschakeld en wel ten gunste van het horizontale ge.

weid — de oorlog welke thans aar d-o mspann e n d is.

Dit aardomspannend karakter van de oorlog, is enerzijds een

zeer groot, ernstig gevaar, maar houdt anderzijds een heloft,. in

voor misschien nabije toekomst.

Wij danken dit gigantisch karakter van de moderne oorlog aan

het gelijktijdig beleven van Natuur en Cul¬

tuur, een’opmerking die. wil z«j begrepen worden, nadere uit¬

werking behoeft.

Die gehele ontwikkelingsgeschiedenis der mensheid geeft ons

een onafgebroken toepassing van hef geweld te zien.

Voor wie dit vanzelfsprekend is. bestaat pas recht de

mogelijkheid om zich tegenover het vraagstuk va n het geweld

objectief in te stellen, d.w.z het goed recht, de logische nood¬

zakelijkheid. van het geweld in de lvstone te erkennen.

Juist de nnti-militarist. de mens die in deze tijd door de toe¬

passing va n brtven-gewclddadige methoden zal pogen gééstelijk

weerbaar t 0 zijn. zal weten dat wij aan het geweld veel te

Janken hebben f

3

De mnvang van d l geschrift laat natuuilijk niet toe hier diep

i»p in te gaan. \Y ij /ouden dan moeten De wij zen, waar, hoe en

in welke mate oorlogen, handel en vernet r, godsdiensten, kun¬

sten en wetenschappen op elkander -hebb» n ingewerkt, waar¬

door nieuwe cultuur kon ontstaan.

Beperken wij – ons dus tot enkele natuurlijk hoogst onvolle¬

dige — opmerkingen.

Het is, geschiedkundig gezien onweersprekelijk juist, dat de

oorlogen in het internationaliseren de r mensheid, een zeer be¬

langrijke rol hebben vervuld. Door eeuwenlange gevoerde krijg

is de wereld steeds kleiner geworden. Om in de stijl te blijven,

zouden wij kunnen zeggen dat het kanon de wereld heeft open¬

geschoten! De uitvinding van het buskruit in de 14de eeuw. moet

als één der grootste revoHitionnaire gebeurtenissen worden be-

sehouwd. Sedertdien is ’t tempo der ontwikkeling aanmerkelijk

versneld* en door d e verdere ontwikkeling der ki ijgstechn : ek

voortdurend opgevoerd

Deze waarheden moeten óók e n juist door anti-militaristen m

volkomen’ objectiviteit worden erkend.

Als regel zijn legers en vloot de handelsvlaggen voorafgegaan.

De rooftochten van Hollanders, Engelsen. Portugezen en Span¬

jaarden bewijzen het.

Portugese en Spaanse krijgslieden hebben door de ontdekking

va n Indië en Amerika, de wereld naar Oost en West open.

gebroken.

Dit alles : s niet bepaald een zachtzinnige geschiedenis ge¬

weest ‘ Wat Amerika betreft, dat in 1402 werd ontdekt, denke

mfen slechts aan de afgrijselijke slaventransporten vfnnuil Afrika,

waarvoor Karei V reeds in tót7 vergunningen verleende aan

Vlaamse schepen.

Iedereen zal erkennen dat de ontdekking van Amerkïi voor

de nieuwe geschiedenis van ontzaglijke betekenis is geweest.

Evenals de uitvinding van het buskruit is zij één van de mijlpalen

in ontwikkelingsgang. Maar. .. geweld oorlog, moord, bloed

en afgrijselijke wreedheid liggen er aan ten grondslag ! Zó wordt

gesrhieden’S gemaakt. . . .

.Van het ontstaan van het f.hrislendom dat tot de belangrijke

cultuurstromingen behoort, liggen talt ijkc oorlogen ten grond¬

slag. Want het is niet toevallig dat lid ontstond en tot bloei

kwam aan de boorden van de MMdellandso Zee ! Daar immers

bestonden belangrijke culturen. We denken aan Klein-Azië,

Syrië, Egypte, Griekenland, Italië en hef verder gelegen Perzië.

4

Uit de vermenging van Romeins heidendom. Israëlitische en

Perzische godsdienst, is het christendom ontstaan. Maa, deze

vermenging is he| resultaat {‘••woest van talrijke oorlogen, die

rond de oude zee zijn gevoerd. Vooral de Plloeniciërs hebhen

daarin een grote rol gespeeld Meer dan enig ander volk in die

tijd, hebben de PhoenU-iërs landen, volkeren, talen, wijsbegeer¬

ten. kunsten en wetenschappen tot elkandei • gebracht.

IVze stoutmoedige zeebeden voeren reeds in 1100 vóór C.hr.

door de Straat van Gibraltar nnar Engeland en de t’anarische

eilanden ! Waar zij kwanten st eil ten zij steden en versterkingen.

C.adiz. in Zuid-Spanje, is door hen gesticht.

Terwijl zij naar het Westen de zeeën bevoeren, trokken zij over

karavaanwegen diep naar Oost en Zuid. Vanuit Perzië brengen

zij de schoonst,, voortbrengselen van dat land naar het Westen

Vanuit Arahië halen zij de Indische producten, terwijl Klein-Azië

en Egypte eveneens door hen worden bezocht. „De metalen van

het Wtsten. het Griekje goud. het Tta^aanse koper, het Spaanse

zilver werden naar Babylon en Egypte gebracht en bronzen

vaten, sieraden en geweven stoffen gingen vandaar naar Italië

en naar de kusten van d<* Atlantische Oceaan. Het was een. voor

die tijd. geweldig internationalisme dat doo r de Phoenieiërs werd

tot stand gebracht. •

Maar deze handel was oorlog tegelijk !

Voortdurend moest tegen de omringende volkeren gestreden

worden Vooral de Grieken waren sterke concurrenten die er

in de 7de eeuw dan ook in slaagden de Phoenic’ërs uit lal van

streken te verdrijven Zelf vestigden zij zich tot in Spanje en

Noord Afrika In laatstgenoemd werelddeel stichtten zij onder¬

in eer C.vrene.

Voor wie dit alles begrijpt, is hef dm ook duidelijk dat het

f.hr’stendoni slechts kon ontslaan als uitkomst ener sterk ge¬

welddadige voorgeschiedenis. Om alle misverstand te vermijden

voegen wij hier nog aan toe, zeer goed te begrijpen dat geen

enkele beweging ..zondcr-meer” als uitkomst van een reeks

oorlogen ma * worden beschouwd. I/e Christus-figmir al of

niet-historsch speelt in het geheel natuurlijk een rol. Maar

kan die slechts sp< len zó op d P basi .an die voorgesetvedeni *

Of anders gezegd : die geschiedenis is .’oorwaarde vo > r het

«wees. Zónder baar. bliifl een profeet .roepende j n de woestijn’*.

H’stoi’sehe fi’ iiren hangen maar riet in d- lucht.

Zii staan maatschappelijk get’un Jeer ‘

De geda.ditengang. dsit, in het verleden, het geweld

i n zijn uitwerking menigmaal lot cultuur heeH geleid, wordt aan

itet einde van dit geschrift nog eens onderstreept door de op¬

merkingen, die. aldaar ove r de kruistochten zijn vemaakt Maar

evenals aan hel slot, willen wij) e r ook nu reeds met de ou-aste

nadruk < p wijzen, dal. wat naar onze ove iuigii g voor her. ver-

léden geldt, niet langer u.s juist mag worden trezion vooi heden

en toekomst ! !

De erkenning, dat wij aan het geweld veel te d?nken hebben

kan betekenen en is eerst dan de uitduikkhig ener positieve

levensstijl ■ al “w ij princip’ëei h oven hei g e w e 1 •’ u i i

zijn, wat wil ze.gen dat wij het in onze tijd a’. direct zelf –

niet meer nodig hebben. Hiertegenover waren de vóór-oorlogsc

vredesbewegingen maar al te dikwijls negatief ingesteld.

Vele vredesvrienden waren tegen de oorlog om zijn verschrik¬

kelijk karakter Hierom wilden zij de oorlog als het ware wèg.

dringen al direct uit eigen geest maar meesta’ op zó

krampacht ge wijze, dat velen als gevolg daarvan… lichamr.

lijke stoornissen vertoonden !

Verschrikkelijke dingen z ijn er echter niet om die te verdrin.

“en, maar te begrijpen ! Zolang er nog spake is van verdiinging i

is men nog niet waarlijk hoven alle oorlog uit en dus innerlijk

aan vrede nog niet toe.

Veelal zijn dan ook „anti” en „pro” slechts schijnbaar tegen¬

stellingen !

Maar al te dikwijls wisselen zij elkander naar omstandig¬

heden eenvoudig af. Het anti is dan gewoonlijk de kracht

waarmee het — natuurlijk ongeweten — pro moet worden onder¬

drukt. Voorlopig ! Toen — als voorbeeld in 1939 de oorlog een

feit ging worden werden — evenals in 1936 rond de Spaanse

gebeurtenissen talloze anti-oorlogsmensen verwoede vechters!

Wij dienen in onze overdenkingen van het standpunt uit te

gaan, dat : n de ontwikkeling niets kan worden overgeslagen.

Zoals aan elke verbinding — een synthese – verscheurdheid

these en anti-the.se — is voorafgegaan, zo is aan ’t geesteHjk-

weerbare, dat wij thans bestreven het fysiek weerbare vóór¬

ondersteld.

Dit geldt niet alleen in de geschiedenis, maar ook voor het

individu. Ook persóónlijk moeten wij — hetzij practisch hetzij

theoretisch door een geweldsfaze zijn heengegaan, willen wij

werkelijk aan het geweld zijn ontgroeid.

0

Na deze korte uitweiding kan het begrijpelijk zijn, waamm wij

het geweld in de historie vanzelfsprekend achten

Aan het menselijke dat reeds is of wordt bestrcct’d. gaat liet

vóór-menselijke vooraf.

Wij zijn nog maar won! e n d e mensen en van-huis uit zijn

wij Natuur. En in de natuur kennen wij uitgezonderd in de

mens maar één soort kracht.

Te weten: m aterieele kracht, welke slechts binnen

het raam dezer voordracht als absolute tegenstel¬

ling wordt gedacht van hetgeen zich in de mens als gééstelijke

kracht laat gelden. Want ondergetekende is er zich te r dege

van bewust, dat in het modern wetenschappelijk wereldbeeld

de ..dematerialisatie der materie” aa n de orde is, nu immers alle

materie in straling schijnt op te gaan! Deze natuurlijke lees

voorlopig materieele krachten, noemen wij in de mens en het

dier fysieke of wel lichaamskrachten.

En heeft Karl Max indertijd gezegd ,.de geschiedenis is een

geschiedenis van klassenstrijden”, met een variant hierop zouden

wij kunnen zeggen .,de geschiedenis is een geschiedenis van

fysieke krachten”.

Tot op dit ogenblik althans.

Laten wij in gedachten een ogenblik verwijlen bij wal men

pleegt te noemen de primitieve mens.

Deze was rcli gicus. Om de eenvoudige reden, dat deze

mens de éénheid in de véélheid beleefde, zij het dan onbewust

Dit prinvtieve wezen heeft dan ook niet de bedoeling religieus

te zijn, maar is ’t zonder meer. Als zodanig is deze eenvoudige

mens on-ondcrscheiden van alles wat hem omringt. Hij is niet

anders dan de natuur, maa r er juist zozeer mee vergroeit dat

bij er één mee is. Dientengevolge is dit schepsel met zijn instinct

een erfelijk herinneringsvermogen — op die natuur in¬

gesteld op een wijze die ons vr ijwel vreemd is. Ten hoogst P

kunnen wij zo iets nog schouwen in het, naast ons levende, dier.

Terecht heeft Prof. Bier de cultuurmens da n ook gedefinieerd

als . een staldier met véél verstand, maar weinig instinct”.

Het is dus wel begrijpelijk, dat de primitieve mens. die zich

va M de natuur nog niet weet te onderscheiden, m zijn strijd om

zijn bestaan geen andere krachten ter besebinking heeft dan

welke hij kent uit zijn omgeving. Voorlopig moet bij bet nog

met slechts lichaamskracht doen.

Maar al worstelde deze mens dus met fysieke krachten dan

mag daaruit niet worden afgeleid dat hij krijgszuchtig zou zijn

geweest ! I>eze strijd zal e r een zijn geweest om het naakte

bestaan, zonder meer.

Zee r waarschijnlijk is de oorlo ; een product van de cultuur.

Hetgeen wij zo juist hebben besproken, mag worden beschouwd

als de éérste faze van de ontwikkelingsgang van de mens. welke

stellig vele duizenden jaren hielt geduurd. Deze periode worrfl

de Natuurlijke genoemd.

Met de overgang naar de twééde faze, waarin wij ons nu be-

v nden. de (‘.ïdtuiirlijke. kwamen de gééstelijke krachten i n de

mens tot ontwaken ;. Deze wordt nu méér dan alléén natuur, wat

bij tot zover was Wijsgerig zegden wij dan. dal in den mens de

natuur lot b e w u s t z ij n komt van zichzelf. Het.

geen alleen in de mens mogelijk schijnt te zijn on waardoor wij

ons van alle overige leven onderscheiden.

Door deze geestelijke ontwaking ontdekte de mens zichzelf,

waardoor bij dus ook het Andere leert kennen. Aldus gaat hij

z : ch weten als „ik”, naast en wat erger is ! — zelfs t e g e n-

o v e r andere ,.ikkcn’\ Dit laatste wijst er al direct op, dal de

periode van de cultuur, behalve d e van onderscheiding, ook die

van de afscheiding is !

Alles vaM in scherpe tegenstellingen uiteen, er groeit een

beleving van , ik ‘ en de andere*’ mens. ,.ik” en de ‘,dingen”,,

..ik’* en de ..natuur”, als ware de mens een op-zich-zelf-staand

wezen !

En terwijl de primitieve mens zijn godetr aanwezig had gedacht

ii bomen en struiken, in tal van dingen en voorwerpen-om-hem.

heen. waardoor bij zeer gemeenzaam met hen pleegde om te

gaan. kon ook déze beleving natuurlijk niet ontkomen aan de

splijting die wij zo even hebben besproken.

Ook de góden worden nu gedacht als de geheel ..anderen”, als

de zeer besliste tégenstellingen van de mens, welke dienten¬

gevolge ook niet hm (er kunnen wonen tussen of in de omgeving

der mensen. Na een langdurige ontwikkeling hebben zij allen*

zich ten slotte opgelost in één enkele God. wiens beeld nu werd

geprojecteerd in de hemel.

Doop dit alles is de religieuse faze dus afgesloten, het gods¬

dienstig tijdperk beeft zijn intrede gedaan. Evenals de oorlog is

8

ook de (godsdienst product v;i n de cultuur. Kunnen wij deeci«le

fa/i der ontw kkeling beschouwen als de these, <le culturele

periode is daar de anli-thcse van. In hogere eenheid /uilen /ij

zich in een synthese hebben te ver/oenen.

Ik- cultuu.(icrindi U ( | e \a,| he! verstand.

De mei s heeft zi n Tntelleci gescherpt en wetenschappen tot

liloei gebracht. H crdoo r is hij lot macht gekomen welke hij

onmiddellijk begint te misbruiken, door zieh op de natuu, te

werpen alsof «leze zijn eigendom w as! Kn waarover hij dus maar

naar willekeui te besch kken zou hebben ! Al wat zich voo r het

ovt rigens onjuiste ! gevoel va„ de mens „buiten” hem be-

vindt, w 1 hij bezitten, zodat hij naar zieli toe haalt zoveel hij

maar kan. Allereerst de „dingen’ – , die hij meent dat ..dood ‘ zijn.

maar waarin hij zich zeer waarschijnlijk heeft vergist, mi wij

immers beginnen te gevoelen dat b.v. een berg om met Dr.

Schuurman te Spreken een „gebeurtenis” is !

De eenmaal ontwaakte hezits-drift werpt zich overigens ook

op hetgeen heel kennelijk — leeft.

Met dier wordt er het slachtoffer van. Ook dit stuk natuur

eu hoe prachtig ! — wil eu gaat de mens ..bezitten’ en uitbuiten,

ten gunste van zijn e’gen. kleine belang, dat hij i n zijn verblin¬

ding zeer belangrijk acht.

Het behoeft geen beloog, dal vanuit deze mentaliteit haat. nijd,

wangunst, concurrentie en oorlogen moeten ontstaan. Deze en

nog vele andere, verderfelijke eigenschappen en handelingen,

zijn dan ook typerend voor de cultuur

Want de cultuurmens immers is nog lang niet to e aan hetgeen

men in de moderne psychologie de „veldopvatting” noemt.

Krachtens deze z’enswijze, kan een mens pas waarlijk léven

als hij zicli welbewust deel weet van ee.t Groter Geheel, een

,veld dat hem omgeeft en waarzonder hij niets zou zijn. terwijl

dit. omgekeerd, ook weer bestaat door hém.

Dit veld echter, beperkt zich geenszins tot zijn medemensen ‘

Ook de zon en de sterren, de wolken, ertsen water en wind

behoren er toe, zegt H. R. Holst. Met dit alles is de ments in

samenhang verbonden en slechts hij lééft zegt Heincmann —

die van dit alles een klankbord is.

Zolang de mens lreraan nog niet toe is. moet die mens het

met schijnleven en dus schijnvreugde doen en deze laatste vindt

hij door voortdurend te grissen, te graaien en te grijpen en dien¬

tengevolge te „hebben ‘.

t

Deze ersatz-mens verlustigt zich in het uitoefenen van macht

over de natuur, de dngen en de mertsen. Hij wil heersen over

allen, alles en allen moeten aan hem dienstbaar worden gemaakt.

Zelfs t Godsbeeld dat deze mens zelf aan ’t firmament heeft

geprojecteerd, kan aan de heerszucht en aan de poging om het

eigen, kleine belang te dienen, niet ontsnappen! Ook God wordt

getrokken binnen de kle n-mensel ijke belangensfeer. De mens

brengt offeranden, onderhoudt reeksen ceremoniën, vraagt, bidt,

smeekt, zijn leven lang, om gezondheid, voorspoed en geluk. En

in zijn onbegrensde hebzucht, is die mens zelfs niet tevreden

•udien hij dit alles op aarde verkrijgen za,u ! Méér, nog veel meer

wil hij hebben ! Een ééuwig leven, ééuwig geluk, ééuwige zalig¬

heid, ééuwige volmaaktheid. . . .

Itoo r zijn egoïsme, dat hem met geestelijke blindheid geslagen

heeft, is de mens niet in staat om te begrijpen dat wat hij vraagt

eenvoudig niet kan best.aan! Want wat volmaakt is,

; s niét ! Een volmaakte hemel, is géén hemel ! Hetgeen vol¬

maakt is, heeft niets meer te doen, wijl het geen dóél meer

heeft. De volmaaktheid behoeft niets meer te bereiken, ware

dii anders, dan zou liet volmaakte. . . . onvolmaakt moeten zijn !

Aan volmaaktheid is dus geen spanning denkbaar, welke juist

het kenmerk van het leven is, misschien wel het leven zelf. . . .

Zelfs zónder wijsgerige scholing is het duidelHjk dat aan het

leven liet onvolmaakte is vóór-ondersteld, dat we het juist

daaraan hebben te danken dat er leven is! Of nog anders

gezegd: leven en onvolmaakt zijn niet twéé. maar één! Nochtans

wordt liet volstrekt ónmogelijke in het christendom niet alleen

als feit, maar bovendien als é : s gesteld. , Weest dan gijlieden

volmaakt gelijk uw Vade r die in de hemelen is .volmaakt is.”

(Mattheus 5 : 48).

Het is dan ook geen wonder dat als reactie op deze ongeremde

levenswensen, de protestantse theoloog Schloiermacher–uit de

19de eeuw eens heeft gezegd: , In theorie is God het éérste

wezen, in de practijk de méns.”

De hie r te lande welbekende theoloog Ds Pabon, heeft om¬

streeks 1920 in meesterlijke woorden hetzelfde gezegd : ..Gods

dienst is vergeestelijkte politiek, politiek is vërmaatschapnelijkte

godsdienst”, hetgeen tenslotte wil zeggen: godsdienst belevenis

poüt : ek bedrijven.

In de aamatig heljhen wij reeds gezegd, dat in de ontwikkeling

niets kan worden overgeslagen. Dit betekent dat die tweede

10

weerwil van alle verscheurdheid welke er hot noodzake^ijk gc-

periode waarover wij nu hebben gesproken, die dor cultuur, in

volg van was on is moet worden doorleefd. Hetgeen ook niet

moeilijk valt, als wij in aanmerking nemen hoe ontzaggelijk veel

wij aan dit tijdperk hrlibcu te danken ‘

De menSi heeft immers al direct in het grote rijk der

natuur glorieusc overwinningen hehaald E r zijn enorm,, stij¬

gingen te boeken op natuur-wetenschappelijk terrein. I)e tech¬

niek, als toegepaste wetenschap, is hiervoor het sprekende

bewijs. Zó overweldigend zijn in de laatste 50 jaar de vorde-

lingen op wetenschappelijk terrein, da| w’ij er bijna toe zoutten

komen om te zeggen dat het menselijk vernuft, het weten en het

kunnen onbegrensd schijnen te zijn.

Met deze opmerkingen kunnen wij weer aansluiten hij dat wal

wij in den beginne hebben gezegd, toen wij beweerden dat het

aard o m spannend oorlogsgeweld het resultaat was van

In t gelijktijdig beleven van natuur en cultuur.

Na hetgeen wij reeds hebben betoogd, kan dit nu duidelijk zijn.

In de Iweede periode, waarin wij nu leven, dragen wij een

belangrijk kenmerk vanuit de eerste periode nog met ons mee.

Wij leven dus eigenlijk, om het met een beetje vreemd woord

te zeggen twee-tijdig. De ene fazc is er niet meer de andere is

er nog niet. Wij proberen steeds een stuk cultuur ie zijn. maar

ontdekken juist in de critiek momenten van ons leven hoez.eer

wij nog natuur zijn. En daardoor is er als het ware een verkno¬

ping ontstaan tussen hetgeen de beid** perioden typeert.

Als product van de natuur z ijn wij volkomen vertrouwd met

het gebruik van fysiéke kracht, voor zover wij reeds cultuur zijn.

gebruiken wij de kracht van ons verstdnd.

Djp verknoping is nu dez*, dal wij — zo vaak wij tot strijd

worden genoopt — de macht van het verstand in relatie brengen

met de fys : eke kracht. Met andcr^ woorden: dank zij ons intel¬

lect. dank zij wetenschap en techniek, zijn wij in staat onze

fysieke kracht tot ongekende hoogte op te voeren, of nog anders

gezegd: dank zij de verstandsvvrlichting welke het kenmerk van

de tweede periode is. kunnen wij de erfenis vanu : | de eerste faze

grondig uitbuiten.

Aldus leven wii labiel en daardoor buitengewoon gevaarlijk!

De basis van ons leven is een andere dan de tegenstelling^ wij

zijn dus negativisten en tol het constructieve derhalve niet in

staat

• 11

Wie zonder techniek is. heet primitief.

Maar wie primitief is. : s nog niet altijd zonder techniek! !

Wij hebben onze bestemming nog steeds niet bereikt. . . .

Want het gaal om oneindig veel meer dan Cultuur!

Wij zijn er ten volle van bewust, dat dit in veler oren vreemd

zal klinken. De meeste mensen immers, beschouwen cultuur als

liet allerhoogste dal kan worden bereikt, l’it wat wij tot heden

hebben gezegd t moge da delijk zijn dat deze opvatting doo r ons

niet wordt gedeeld ! Veeleer hebben wij tbans te streven naar

de komst van het derde (‘.e a I u u r 1 ij k e tijdvak, dat

wederom reb’gieus zal zijn. Want het uitgesloten zijn van de

godsdienst va’t samen met de komst van deze laatste periode.

Zoals het Godsbegrip mèt en in de tweede faze als produkt

va n de tegenstell ngen ii. dien lijd. is ontstaan, zal het mét die

periode verdwijnen. Wiant in het creatuurlijke tijdvak waarin

bindingen en verbindingen wederom het typerende zullen zijn

is er geen plaats voor God én het andere als tegenstellingen,

(iróótser dan dit. zal <|e Religie gloreren ! ! Als éénheidsbeleving.

De arbeidei -filosoof Jozef D : etz ‘en heeft deze denkbeelden

reeds in de vorige eeuw in enkele woorden gekristalliseerd, door

te zeggen: De ontwikkel’n\ van de godsdienst is gelegen in

zijn volslagen opheffing*’.

De juistheid dezer zienswijze wordt bewezen door het zich

oniw : kkelend protestantisme, dat over modern’sme. hier en daar

in moreel en ethiek is u : t gemond.

Het creatuurlijk tijdvak zal ons opnieuw de éénheid de r mens-

lie d te aanschouwen geven. Als weleer zal de mens een

ón-onderscheiden wezen zijn opgegaan in een veel Groter hem

omringend’ Geheel eer’ ..veld” zonder «laar nochtans als

persoonlijkheid in ónder te vaan ! Want deze toestand moge in

grote lijnen dezelfde zijn als in de eerste faze het verschil is.

.(at de mens ondertussen gelouterd : s door de verstandsperiode.

Daardoor is hij nu ivet alleen religieus, hij wéét het ook wijl hij

het w’1 Wat in de eerste faze onbewust is geweest, is nu bewust.

Zo is de mens bewust-o-wild alle verscheurdheid te boven

gekomen. De splitsin :. de scherp» scheiding tussen .ik en God.

de natuur en d<‘ dingen, bestaat n ; et meer. Fn hierdoor zal er

een ? ; nde komen aan machls- co bezitsdrift De nieuwe mens

zal zijn levensvreugde vinden in een vrije, coöperatieve samen¬

werking met zijn medemensen. Aa n ..bezitten” en dus uitbuiten

12

pii verrijking als gevolg dwirvan. ra! bij geen liehoeffg meer

hebben, wijl hij nog slechts verbruiken wü. gelijk wijlen

Mr. -F. •>. v. d. Leeuw hoeft opgemerkt.

De creatuurlijke d.i. scheppende mens, heeft ‘♦ wnor I 

v;in Gustaaf Landauer: ,.K r is geen rijkdom buiten het leven”.

tot vl«*es en bloed gemaakt.

Zo als hij de simpele levenswijslied van Krisnamurfhi in zich

heeft opgenomen, waar deze heeft gezegd, dat men niets meer

moet willen bezitten opdat men aldus allés bezit !

Het omgekeerde is niet minder waar !

We leven momenteel m de faze van de „hebberigheid”. Vrij

wel ieders leven wordt getypeerd door grissen, graaieig. grijpen,

leder wil zoveel mogelijk en als het kan alles bezitten Het

gevolg is. .. dat niemand iets heeft! Iedereen raakt het

weinigje dat bij veroverd liad, kwijt, middels dezelfde

methoden waarmee het verkregen was leugen,

diefstal en geweld

Deze drie laatste woorden kunnen in één woord worden

samengevat : oorlog. Dien wij -waar het de moderne krijg

betreft hebben te zien als een verknoping van natuur en

cultuur, welke door gelijktijdige beleving het aardomspannend

karakter aan de oorlog heeft gegeven. Tn de aanvang hebben

wij dit karakter een ernstig gevaar genoemd waarover natuur¬

lijk geen woord belioeft te worden gezegd maar éók een

b’-lofte. .First aU wij het gevaar (en volle doorzien. kunnen wij

va n de belofte misschien iets verstaan. Het karakte r dat de

moderne oorlog Iieeft aangenomen, wettigt het vermoeden dat

wij aan een keerpunt zijn ‘gekomen Want vandaag-den-dag is

lief te boven komen van de oorlog, niet meer alléén een

ethische noodzaak. De overwinning van het geweld is niet

minder een utilitair probleem !

Reeds heeft een militair deskundige gezegd lat deze oorlog

slechts kan eind : gen met lijken en verliezers’ Dit is In

overeenstemming met hetgeen wij als anti-milifaristen reeds 25

jaar hebben gezegd, n 1. dat er in de moderne oorlog geen over¬

winnaars meer zouden zijn.

Deze strijd levert geen enkele w : nst., zoveel te meer verlies

Natuurlijk zijn wij er ons van bewust dat ook na deze oorlog

wel enige vooruitgang te bespeuren zal zijn op dit of dat *»ebif d.

Maar nu reeds kunnen wij zeggen, dat de prijs die wij daar thans

13

al voor moeten betalen, in ieder geval véél te hoog za’ i ijn ! Nog

anders gezegd : er valt geen enkele vooruitgang te bedenken,

welke niet op andere wijze veel voordeliger te verkrijgen zou

zijn geweest 1

llie r raken wij een punt dat voor verder gaande bespreking

vatbaar is.

Er bestaat ongetwijfeld een, soms diepgaand, verschil tussen

ile oorlogen van vroeger en die van thans. Dtw.z. wat betreft de

gevolgen, zeg zelfs: resultaten. Wij hebben er in den aan¬

vang reeds op gewezen dat ook wij. juist wö. antimilitaristen,

zee r goed weten dat wij veel te danken hebben aan liet geweld.

Het is zeker in overeenstemming met de waarheid als wij

beweren dat de oorlogen’ in het verleden b e 1 a n g r ij k e c n 1-

t ii r e 1 e rollen h e b b e n vervuld.

Nemen wij vanuit de zeer vele voorbeelden die ons Ier be¬

schikking staan, lat van de zeven Kruistochten uit de 11de, 12de

en 13de eeuw.

Het eigenlijke doel de verovering van het z.g.n. Heilige

Land werd nimmer bereikt. Norr afgezien van aUe verdere

ellende en de enorme kosten hebben de volkeren aan deze onder¬

nemingen 6 miHioen mensen geofferd. T n aanmerking ge¬

nomen de bevolking, het inwonertal van Europa in die tijd is

dit niet gering ! Maar als wii in de Encvdopaedic van Winkler

Prins, de uitvoerige beschrijving dezer tochten lezen, vinden W M

nochtans het volgende als batig slot :

. tevens veroorzaakten de Kruistochten de ver.

broedering der Europese volkeren, het handelsverkeer

door de kennis van het Oosten aanmerkelijk werd uit¬

gebreid en Kunst en Wtetenschap in ons vrerelddeèl

nieuw voedsel ontvingen.”

Van de culturele winst deze r tochten hebben wij gepro¬

fiteerd tot op den huidigen dag. Internationaal ! Terwijl deze

winst nimmer te loor zal gaan.

Rart de Ligt – toch zeker een onverdacht anti-miUtarist

heeft zelf rond de imperialistische oorlogen van de vorige eeuw’,

die hij overigens zelf „allergruwelijkst” noemde, nog een licht¬

straal kunnen ontdekken. Deze oorlogen hebben — door het

kapitalisme niet bedoelde pósil’evei vérstrekkende gevolgen

gehad. Uitgebuite kleurlingen en dito blanken, zijn voor hun

gemeeenschappclijke’ bevrijdin^ nader tot elkander gebracht.

En zelfs de wereldoorlog van 1914 is in dit opzicht nog vrucht –

14

baa, geweest. Oost en Weit zijn dichter bij elkaar gekomen dan

ooit. Congressen zijn gehouden, doo r kleurlingen en Manken

gezamenlijk belegd. I>e eerst genoemden zijn in direct contact

gebracht met de modern Westers socialistische begrippen,

terwijl het Manke proletariaat in een veel t e gewelddadig Wes.

tenj de hoogst noodzakelijke invloed van het Oosten onderging.

De naain Gandhi zegt in dit verband genoeg!

De huidige oorlog echter is in zijn gevolgen slechts negatief.

Wij kunnen hem nog alleen zien als de topvorm van krank¬

zinnigheid ! Een geweldig brok waanzin, waartoe eenzijdig ge¬

richte verstandelijkheid heeft geleid ! Deze Oorlog is niet meer

da n een verzameling f r a r. e n, die sleehts svmbolen

zijn van misdaad en waan.

Om dit te bewijzen is het voldoende, de denderen,| ( . slagzinnen

van onze tijd een moment te verplaatsen in het Pcht va,, onze

geest.

„Wij bouwen Europa op” — doo r het te slopen. Doo r steden

on dorpen uit-, af- en plat te branden

„Wij veroveren steden” door deze in puinhopen te ver¬

anderen .

„Wij bouwen aan de nieuwe orde” doo r een zo groot moge¬

lijke chaos te scheppen. . . .

..Wij worstelen o m T.ehensraum” — doo|r all e leven onmogelijk

te maken

. Wij verdedigen cultuurmonumenten” – door het onvervang¬

bare van de aarde te doen verdwijnen. . .

,.Wij willen een nieuwe levensvorm” door elke vorm van

waarachtig leven in de kiem te smoren. . . .

En om in de stijl van dit alles te blijver^, zij kort en goed

gezegd, dat men rechtschapenheid door misdaad wil waarheid

door leugen en wijsheid door waan….

Zij, in wie zich een Nieuwe, nu dus bewuste. Religie ont¬

vouwt in wie zich de kracht tot creëeren ontplooit in wier

geest de ëénheid der mensheid reeds gestalte heeft gekregen en

dus diep doordrongen zijn van de Heiligheid aller Wen. zien

geen kans meer aan oorlog en geweld — onder welk motief dan

ook mede te doen. Zij zijn zedelijk daaraan ontgroeid. Zij

kunnen niet meer.

En hiermee is voo r hen alles gezegd. .. .

Bericht 5 van 33503


Hey!

Hey there, fellow Robloxian! Whether you’re here to discover hidden gem games, level up your building skills, or just stay in the loop with the latest events, you’re in the right place. This blog is all about sharing the coolest things in the Roblox universe—from developer tips to epic game reviews. So grab your Bloxy Cola, hit that follow button, and let’s explore the world of Roblox together! 🚀


Join the Club

Stay updated with our latest tips and other news by joining our newsletter.


Categorieën


Tags